Herpert Willemsz van Foreest

Aantekeningen:

Heer Van Foreest

Gezin/Partner: Onbekend. [Gezinsblad] [Familiekaart]

1. Beatrijs van Foreest
2. Cleymens van Foreest
3. Jutte van Foreest
4. Jan Herpertsz van Foreest is geboren in 1289 in Naaldwijk; is gestorven op 2 jan 1348.

Willem is getrouwd met Adelheid Herpertsdr van der Woert in 1258 (civil). Adelheid (dochter van Ridder Herbaren van der Woert en Mathildis de Berga (van den Berg)) is geboren in 1234; is gestorven in 1270. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Aantekeningen:

Getrouwd:
Ridder Willem van Foreest (genoemd 1278), ambachtsheer van de Rijnlandse ambachtsheerlijkheden Middelburg, Spoelwijk, Nieuwkoop en Foreest.

Willem van Foreest is de stamvader van het Hollandse oud adellijke geslacht Van Foreest. Hij werd waarschijnlijk geboren als zoon van Machteld van Foreest (genoemd 1250), nobilis mulier. Zijn vader zou mogelijk uit het Duitse Rijnland afkomstig zijn. In een oorkonde van september 1241 is sprake van vrouwe Mathildis (machteld), weduwe van heer W. de Foresto' , ridder, met zoons H. en Wilhelmus de Foresto. Het betreft een overeenkomst van vrouwe Mathildis en haar zoons tegenover het kapittel van Sint Omaars en de Abdij van Sint-Bertinus afstand deden van hun rechten op de tiend en het schoutambt van Frechen om ze vervolgens op bepaalde voorwaarden in leen te krijgen. De naam van de echtgenote van Willem van Foreest is onbekend, maar gegeven zijn familierelaties was het waarschijnlijk een dochter van Hardbaren van der Woert, een telg van bastaardtak van het machtige Huis van Voorne.

Een afschrift van Willem’s testament uit 19 november 1278 is bewaard gebleven. Deze vertelt ons dat Wilhelmus de Foreest, miles, zijn goederen verdeelt onder zijn drie zoons, Herpernus (Herpert), Joannes (Jan) en Nicolaus (Nicolaas). De oudste zoon Herpert erfde de Rijnlandse ambachtsheerlijkheden, wat toen nog terrarum de Foreest heette. De getuigen van het testament waren toentertijd zeer vooraanstaande Hollandse edellieden, de burggraaf van Zeeland Albrecht van Voorne alsmede Arnoud van Heemskerk een naast familielid van de burggraaf van de Alkmaarse Torenburg, Daarnaast zegelden Jacob van der Woude, heer van Warmond alsmede de heer Herman van Woerden, die 18 jaar later, in 1296, betrokken zou zijn bij de moord op Floris V van Holland.

Willem is getrouwd met Mathildis de Berga (van den Berg) circa 1225 (civil). Mathildis (dochter van Heer Floris Herbarensz van der Leede en Asekijn Huges Bottersdr van Schoonhoven) is geboren in 1207; is gestorven in 1252. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Aantekeningen:

Herbaren (Henricus?) van der Woert (de Wort), geb. op ridderslot de Hoge en Lage Woert bij Naaldwijk ca. 1170, ovl. ca. 1250, nobilis vir, vermeld 6-12-1230,[21] ridder, grafelijk raad, delflaar, ambachtsheer van Naaldwijk, erft alle landgoederen van de familie en de lenen van zijn broer Florentius, vermeld in oorkonden 1245 en 1246,tr. Machteld van den Berg, nobilis mulier, vermeld 1241, 1250, wed. van Willem Riculfsz van Foreest, ridder.

28-9-1241 : Machteld van den Berg sluit samen met haar zonen Henric en Willem een overeenkomst met het kapittel van St. Omer an de abdij van St. Bertin over de tiend en het schoutland van Frechen.

27-7-1250 M(achteld) van Foreest is belendster te Reesveld.

Uit haar eerste huwelijk : het geslacht van Foreest in Frechen dat zegelt met drie pompebladeren. Haar zoon Willem van Foreest uit haar tweede huwelijk werd met naam en toenaam genoemd naar haar eerste echtgenoot. Zijn nageslacht zegelt als Van der Woert met een gehoekte dwarsbalk.

--------------------------------------------------------------------------

Machteld van Foreest (genoemd 1250), nobilis mulier (edelvrouw), ambachtsvrouw van de Rijnlandse vrije heerlijkheden Middelburg, Spoelwijk, Nieuwkoop en Foreest.

Machteld van Foreest is de stammoeder van het Hollandse oud adellijke geslacht Van Foreest. Zij wordt vermeldt in een grafelijke oorkonde van 27 juli 1250. Daarin staat vermeldt dat het gebied Voshol in leen is bij Wilhelmus de Brederode en dat het naastgelegen gebied Middelburg in leen is bij Mathildis de Foresto. De grenslijn werd reeds in 1248 getrokken door een grafelijke landmeter, hetgeen blijkt uit een grafelijke oorkonde van 30 december 1248. Het is aannemelijk dat Willem van Foreest haar oudste zoon en leenopvolger is, want volgens zijn testament uit 1278 omvat zijn nalatenschap de Rijnlandse vrije heerlijkheid wat toen nog terrarum de Foreest heette. Mogelijk had Machteld ook een jongere zoon Arnoldus, die in de periode 1249 - 1304 een kerkelijke loopbaan volgde.

Hoewel er weinig bekend is over de afkomst van Machteld van Foreest, wijst haar titel nobilis mulier op zeer voorname voorouders. De gelijke (mannelijke) titel nobilis vir (edelman) wordt in het grafelijk oorkondenboek toebedeeld aan haar hoogadellijke buurman, Willem van Brederode, de bouwer van het kasteel Brederode bij Santpoort, en een afstammeling van het Huis van Teylingen. In het grafelijk oorkondenboek deelt zij de titel nobilis mulier met slechts twee vrouwelijke tijdgenoten, namelijk de gravinnen Aleid van Holland en Margaretha van Vlaanderen.

De leenheer van Machteld van Foreest, graaf Willem II van Holland was een zeer machtig vorst. Hij gaf militaire steun aan paus Innocentius IV in diens conflict met de Duitse keizer Frederik II. In oktober 1248 werd onder zijn aanvoering Aken veroverd. Als dank kroonde de aartsbisschop van Keulen, Konrad van Hochstaden, hem op 1 november 1248 te Aken tot Roomskoning van het Heilige Roomse Rijk. Echter omdat de meeste Duitse vorsten de kant van Frederik II kozen, is Willem van Holland teruggekeerd naar Den Haag. Pas na de dood van Frederik II in 1250 kon Willem van Holland zijn aanhang in het Heilige Roomse Rijk vergroten, en werd in 1252 algemeen erkend als Roomskoning.

Machteld van Foreest zou mogelijk uit het Duitse Rijnland afkomstig zijn. Zo is er in een oorkonde van september 1241 sprake van een vrouwe Mathildis, weduwe van heer W. de Foresto, ridder, met zoons H. en Wilhelmus de Foresto. Het betreft een overeenkomst waarin vrouwe Mathildis en haar zoons tegenover het kapittel van Sint Omaars en de Abdij van Sint-Bertinus afstand deden van hun rechten op de tiend en het schoutambt van Frechen om ze vervolgens op bepaalde voorwaarden in leen te krijgen. De bakermat van dit adellijke geslacht de Foresto ligt in het Duits-Rijnlandse Forst, tegenwoordig een stadsdeel van Aken. Dat blijkt uit onder andere uit de archieven van de Sint Marie te Aken en de Abdij van Burtscheid.

Het is onwaarschijnlijk dat deze weduwe Mathildis de Foresto enig belang in het graafschap Holland zou hebben verworven zonder koninklijke begunstiging. Al sinds de tijd van Karel de Grote had de koning de verheven plicht bescherming te geven aan weduwen en wezen. Mogelijk hebben deze overwegingen de (aanstaande) Roomskoning Willem II van Holland doen besluiten het gebied Middelburg met tiend en ambacht toe te wijzen aan deze weduwe en haar kinderen.

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• Beroep: Delflaar (vervener)

Aantekeningen:

Beide kastelen zijn jammergenoeg in juni 1393, na de moord op Aleyd van Poelgeest, door brand verwoest in opdracht van hertog Albrecht van Beieren, graaf van Holland, enz. Ze werden beschouwd als broeinesten van de Hoeken. Van de Lage Woerd is na de verwoesting slechts een vierkante toren blijven staan, in de volksmond de duiventoren genoemd. Hiervan bestaat een tekening die in 1735 is gemaakt door Cornelis Pronk. Dit enige overblijfsel van de eens twee machtige en sterke ridderkastelen, is in 1820 afgebroken... Van de Hoge Woerd ontbreekt elke afbeelding en er zijn, voordat het terrein bebouwd is, ook geen sporen in de bodem aangetroffen. De bouw van beide kastelen is een enorme en respectabele "klus" geweest. Zeker voor die tijd. De kloostermoppen moeten in grote aantallen, waarschijnlijk per schip en met paard en wagen, van elders zijn aangevoerd. Vele jaren lang zijn er heel wat ambachtslieden nodig geweest voor de bouw. Bovendien moet men uitgesproken ideeen hebben gehad over de vorm, de constructie, de materialen en de indeling. Er moet, wat we nu noemen, een ontwerp zijn geweest. In 12e eeuw kan de realisering van een dergelijk "project" zeker een grote en belangrijke prestatie worden genoemd.
Floris was niet alleen ridder of milites en kastelenbouwer, maar ook delflaar. Het bekende "darinc" delven of vervenen, waarbij veenlagen werden vergraven of gebaggerd en tot turf verwerkt. Delfland en de stad Delft hebben hun naamgeving te danken aan deze "industrie". In die tijd, lang daarvoor en nog lang daarna tot in de 19e eeuw, is turf de grootste energiebron geweest in de lage landen aan de Noordzee. De Romeinse schrijver Tacitus heeft dit reeds vermeld. De turfproduktie zal Flores, zijn voorouders en zijn nazaten de nodige financien hebben opgeleverd. Middelen om hun kastelen en stenen huizen te bouwen en te onderhouden en om hun riddermatige levenswijze mogelijk te maken en in stand te houden.

Geboorte:
geboren op ridderslot de Hoge en Lage Woert bij Naaldwijk

Herbaren is getrouwd met Mathildis de Berga (van den Berg) in 1234 (civil). Mathildis (dochter van Heer Floris Herbarensz van der Leede en Asekijn Huges Bottersdr van Schoonhoven) is geboren in 1207; is gestorven in 1252. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Aantekeningen:

Herbaren (Henricus?) van der Woert (de Wort), geb. op ridderslot de Hoge en Lage Woert bij Naaldwijk ca. 1170, ovl. ca. 1250, nobilis vir, vermeld 6-12-1230,[21] ridder, grafelijk raad, delflaar, ambachtsheer van Naaldwijk, erft alle landgoederen van de familie en de lenen van zijn broer Florentius, vermeld in oorkonden 1245 en 1246,tr. Machteld van den Berg, nobilis mulier, vermeld 1241, 1250, wed. van Willem Riculfsz van Foreest, ridder.

28-9-1241 : Machteld van den Berg sluit samen met haar zonen Henric en Willem een overeenkomst met het kapittel van St. Omer an de abdij van St. Bertin over de tiend en het schoutland van Frechen.

27-7-1250 M(achteld) van Foreest is belendster te Reesveld.

Uit haar eerste huwelijk : het geslacht van Foreest in Frechen dat zegelt met drie pompebladeren. Haar zoon Willem van Foreest uit haar tweede huwelijk werd met naam en toenaam genoemd naar haar eerste echtgenoot. Zijn nageslacht zegelt als Van der Woert met een gehoekte dwarsbalk.

--------------------------------------------------------------------------

Machteld van Foreest (genoemd 1250), nobilis mulier (edelvrouw), ambachtsvrouw van de Rijnlandse vrije heerlijkheden Middelburg, Spoelwijk, Nieuwkoop en Foreest.

Machteld van Foreest is de stammoeder van het Hollandse oud adellijke geslacht Van Foreest. Zij wordt vermeldt in een grafelijke oorkonde van 27 juli 1250. Daarin staat vermeldt dat het gebied Voshol in leen is bij Wilhelmus de Brederode en dat het naastgelegen gebied Middelburg in leen is bij Mathildis de Foresto. De grenslijn werd reeds in 1248 getrokken door een grafelijke landmeter, hetgeen blijkt uit een grafelijke oorkonde van 30 december 1248. Het is aannemelijk dat Willem van Foreest haar oudste zoon en leenopvolger is, want volgens zijn testament uit 1278 omvat zijn nalatenschap de Rijnlandse vrije heerlijkheid wat toen nog terrarum de Foreest heette. Mogelijk had Machteld ook een jongere zoon Arnoldus, die in de periode 1249 - 1304 een kerkelijke loopbaan volgde.

Hoewel er weinig bekend is over de afkomst van Machteld van Foreest, wijst haar titel nobilis mulier op zeer voorname voorouders. De gelijke (mannelijke) titel nobilis vir (edelman) wordt in het grafelijk oorkondenboek toebedeeld aan haar hoogadellijke buurman, Willem van Brederode, de bouwer van het kasteel Brederode bij Santpoort, en een afstammeling van het Huis van Teylingen. In het grafelijk oorkondenboek deelt zij de titel nobilis mulier met slechts twee vrouwelijke tijdgenoten, namelijk de gravinnen Aleid van Holland en Margaretha van Vlaanderen.

De leenheer van Machteld van Foreest, graaf Willem II van Holland was een zeer machtig vorst. Hij gaf militaire steun aan paus Innocentius IV in diens conflict met de Duitse keizer Frederik II. In oktober 1248 werd onder zijn aanvoering Aken veroverd. Als dank kroonde de aartsbisschop van Keulen, Konrad van Hochstaden, hem op 1 november 1248 te Aken tot Roomskoning van het Heilige Roomse Rijk. Echter omdat de meeste Duitse vorsten de kant van Frederik II kozen, is Willem van Holland teruggekeerd naar Den Haag. Pas na de dood van Frederik II in 1250 kon Willem van Holland zijn aanhang in het Heilige Roomse Rijk vergroten, en werd in 1252 algemeen erkend als Roomskoning.

Machteld van Foreest zou mogelijk uit het Duitse Rijnland afkomstig zijn. Zo is er in een oorkonde van september 1241 sprake van een vrouwe Mathildis, weduwe van heer W. de Foresto, ridder, met zoons H. en Wilhelmus de Foresto. Het betreft een overeenkomst waarin vrouwe Mathildis en haar zoons tegenover het kapittel van Sint Omaars en de Abdij van Sint-Bertinus afstand deden van hun rechten op de tiend en het schoutambt van Frechen om ze vervolgens op bepaalde voorwaarden in leen te krijgen. De bakermat van dit adellijke geslacht de Foresto ligt in het Duits-Rijnlandse Forst, tegenwoordig een stadsdeel van Aken. Dat blijkt uit onder andere uit de archieven van de Sint Marie te Aken en de Abdij van Burtscheid.

Het is onwaarschijnlijk dat deze weduwe Mathildis de Foresto enig belang in het graafschap Holland zou hebben verworven zonder koninklijke begunstiging. Al sinds de tijd van Karel de Grote had de koning de verheven plicht bescherming te geven aan weduwen en wezen. Mogelijk hebben deze overwegingen de (aanstaande) Roomskoning Willem II van Holland doen besluiten het gebied Middelburg met tiend en ambacht toe te wijzen aan deze weduwe en haar kinderen.

Richolfus is getrouwd met Leuntgen Jansdr. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Aantekeningen:

Floris Herbaren van der Lede (Latijn; Florentius de Leda) (ca.1170 - ca.1207) was heer van der Lede vanaf 1200 tot zijn dood.
Hij was een zoon van Herbaren I van der Lede en (naam onbekend) Willems dochter van Altena. Floris wordt genoemd in een charter van een Gelderse kroniek uit 1204, dat hij samen met zijn jongere broer Folpert (Walpertus) de heerschappij krijgt van een klein kasteel te Asperen. Ditzelfde kasteel werd tijdens de Loonse Oorlog vernietigd door Willem I van Holland. In 1207 ondertekent Floris een oorkonde tot overgave tezamen met Ada van Holland en Lodewijk II van Loon. Datzelfde jaar wordt Floris om het leven gebracht door huurlingen van de koning van Engeland en de graaf van Holland. Floris huwde omstreeks 1200 met een dochter van Hugo Botter, heer van Schoonhoven (mogelijk Asekijn van Schoonhoven), ze kregen samen vier zonen en een dochter:
* Herbaren II van der Lede
* Jan I van der Lede
* Floris van der Lede
* Willem van der Lede
* Onbekende dochter, huwde de heer van Malberg
Floris had ook een buitenechtelijke zoon genaamd Samson van der Lede. Zijn broer Folpert nam het regentschap over het gebied van der Lede over na het overlijden van Floris tussen 1207 en 1212.
(bron: Wikipedia, 19-09-2010)

Floris is getrouwd met Asekijn Huges Bottersdr van Schoonhoven in 1195 (civil). Asekijn (dochter van Hugo Botter) is geboren in 1175; is gestorven op 29 nov 1251. [Gezinsblad] [Familiekaart]

Andere gebeurtenis soorten en attributen:

• Beroep: Delflaar (vervener)
• Bezittingen: heerlijkheid Naaldwijk

Aantekeningen:

http://www.genealogieonline.nl/kwartierstaat-vermaat/I5494.php
6-12-1230 : Floris van der Woert wordt door heer Henric van Voorne diens consanguineus genoemd, zijn dochter mag erven en bij gebreke zijn broer Hardbaren en al diens zonen
De riddersloten Hoge en Lage Woerd zijn twee kastelen die op korte afstand van elkaar gelegen waren binnen de heerlijkheid Naaldwijk in Delfland. Flores was heer van der Woerd, zowel van de Lage als van de Hoge Woerd en is waarschijnlijk de "bouwheer" en eerste bewoner geweest van beide kastelen. Samen met zijn vrouw N. of Hadewig van Nadelwick, een dochter van Unarch en weduwe van Dirk I Van Voorde 1130-1168 en haar vijf kinderen Van Voorde? en later ook met de drie zoons Van der Woert. De realisering zal, vanuit strategische belangen, zeker zijn bevorderd door de graven van Holland. Beide kastelen waren uit zware, zogenaamde kloostermoppen gebouwd. Zij moeten zeer sterke en hoge torens hebben gehad en omgeven zijn geweest door brede en diepe grachten, die waarschijnlijk met elkaar in verbinding stonden. De twee kastelen lagen op ca. 600 meter van elkaar op de Noordinge ten noorden van Naaldwijk en zullen rond of kort na 1150 zijn gebouwd. De laan van de Hoge Woerd kwam uit op de weg tussen Honsholredijk en Naaldwijk. De laan van de Lage Woerd liep in die tijd tot aan de rivier de Maas en de Maasdijk in Sant-Ambacht, het latere en huidige 's Gravenzande. Deze lanen waren kennelijk bedoeld voor ruiters om de Maas snel te bereiken en te bewaken. Voor de bouw van de Lage en Hoge Woerd moet er ter plaatse een zogenaamde "mansio" of ontginningsboerderij hebben bestaan. Waarschijnlijk bezit van voorouders van Unarch van Nadelwick, een adellijke streekgenoot en de schoonvader van Flores en eveneens delflaar.
Beide kastelen zijn jammergenoeg in juni 1393, na de moord op Aleyd van Poelgeest, door brand verwoest in opdracht van hertog Albrecht van Beieren, graaf van Holland, enz. Ze werden beschouwd als broeinesten van de Hoeken. Van de Lage Woerd is na de verwoesting slechts een vierkante toren blijven staan, in de volksmond de duiventoren genoemd. Hiervan bestaat een tekening die in 1735 is gemaakt door Cornelis Pronk. Dit enige overblijfsel van de eens twee machtige en sterke ridderkastelen, is in 1820 afgebroken... Van de Hoge Woerd ontbreekt elke afbeelding en er zijn, voordat het terrein bebouwd is, ook geen sporen in de bodem aangetroffen. De bouw van beide kastelen is een enorme en respectabele "klus" geweest. Zeker voor die tijd. De kloostermoppen moeten in grote aantallen, waarschijnlijk per schip en met paard en wagen, van elders zijn aangevoerd. Vele jaren lang zijn er heel wat ambachtslieden nodig geweest voor de bouw. Bovendien moet men uitgesproken ideeen hebben gehad over de vorm, de constructie, de materialen en de indeling. Er moet, wat we nu noemen, een ontwerp zijn geweest. In 12e eeuw kan de realisering van een dergelijk "project" zeker een grote en belangrijke prestatie worden genoemd.
Floris was niet alleen ridder of milites en kastelenbouwer, maar ook delflaar. Het bekende "darinc" delven of vervenen, waarbij veenlagen werden vergraven of gebaggerd en tot turf verwerkt. Delfland en de stad Delft hebben hun naamgeving te danken aan deze "industrie". In die tijd, lang daarvoor en nog lang daarna tot in de 19e eeuw, is turf de grootste energiebron geweest in de lage landen aan de Noordzee. De Romeinse schrijver Tacitus heeft dit reeds vermeld. De turfproduktie zal Flores, zijn voorouders en zijn nazaten de nodige financien hebben opgeleverd. Middelen om hun kastelen en stenen huizen te bouwen en te onderhouden en om hun riddermatige levenswijze mogelijk te maken en in stand te houden.

Floris is getrouwd met NN Herbarensdr van der Lede circa 1188 (civil). NN (dochter van Herbaren I van der Leede van Liethen en Adelheid Willemsdr van Altena) is geboren circa 1168. [Gezinsblad] [Familiekaart]