Stamboom Vennik

Print Voeg bladwijzer toe
Bastiaan Theunisz Leenderts

Bastiaan Theunisz Leenderts

Mannelijk 1595 - 1669  (74 jaar)

Generaties:      Standaard    |    Verticaal    |    Compact    |    Box    |    Alleen tekst    |    (Uitgebreide)kwartierstaat    |    Voorouderwaaier    |    Media    |    PDF

Generatie: 1

  1. 1.  Bastiaan Theunisz Leenderts is geboren in 1595 in Langerak (zoon van Theunis Leenderts en Marrigje Hendriksdr Mors den Uijl); is gestorven op 12 aug 1669 in Langerak.

    Bastiaan is getrouwd met Jannigje Theunisdr de Heer in 1615 (civil). Jannigje (dochter van Anthonis Cornelisz de Heer en Annigje Dirksdr) is geboren in 1592 in Langerak; is gestorven op 16 mrt 1638 in Langerak. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Kinderen:
    1. Theunis Bastiaensz is geboren circa 1615; is gestorven na 1672.

    Bastiaan is getrouwd met Annigje Willemsdr Alblas in 1638 (civil) in Langerak. [Gezinsblad] [Familiekaart]


Generatie: 2

  1. 2.  Theunis Leenderts is geboren in 1570 in Langerak (zoon van Leendert Theunisz); is gestorven op 11 mrt 1641 in Langerak.

    Theunis is getrouwd met Marrigje Hendriksdr Mors den Uijl. Marrigje (dochter van Heyndrick Dirk Mors en Anna) is geboren circa 1565 in Langerak; is gestorven op 19 dec 1605 in Langerak. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  2. 3.  Marrigje Hendriksdr Mors den Uijl is geboren circa 1565 in Langerak (dochter van Heyndrick Dirk Mors en Anna); is gestorven op 19 dec 1605 in Langerak.

    Aantekeningen:

    Family Links
    Spouses/Children::
    Theunis Leenderts


    Marrigje Theunisdr
    Bastiaan Theunisz+
    Annigje Theunisdr+




    Marrigje Hendriks 137,140,161
    Born: Circa 1565, Langerak 137
    Marriage: Theunis Leenderts 140,161
    Died: Before 19 december 1605, before age 40 140,161

    General Notes:

    SAD, ora Langerak 7, fol. 65. 21-2-1604: Rechtdag. Wouter Lenaerts als man ende voogd van Belitgen Henricxs eiser contra Cornelis Henricxs, Philips Bastiaens als man en voogd van Dirricxken Henricx zijn huisvrouw, Thonis Lenaerts als man en voogd van Maritgen Henricx, Adriaen Henricxs en Jan Eijngberts die getrouwd was met de jonge Maritge Henricx, gedaagden samen als erfgenamen van Henrick Dirricxs Mors, hun vader. De eiser verzoekt de ge­daagden te veroordelen tot betaling van de som van 38 carolus gulden, wegens zeker arbeidsloon en ge­leend geld. Beligje Hendriks heeft kennelijk een deel van het bedrag, dat zij op 24 mei 1603 van haar stief­moeder eiste, ontvangen. Wouter Lenaarts probeert nu, nadat de boedel van zijn schoonvader verdeeld is, het resterende deel op zijn zwagers en schoonzusters te verhalen. Cornelis Henricx, Philips Bastiaens ende Adriaen Henricx verzochten copie van de eis, wilden bij de volgende zitting daarop antwoorden. Thonis Lenaerts, die een broer is van Wouter en getrouwd met de zuster van Beligje, bekent de schuld aan zijn schoonzuster en is bereid zijn deel van het bedrag te betalen om alle verdere onnutte kosten te voorko­men. Twee weken later op 6 maart 160429, bij de volgende rechtdag geven de overgebleven gedaagden hun antwoord op schrift. De eiser verzoekt bij de volgende rechtdag te mogen antwoorden. De schepe­nen accorderen. De zaak is hiermee waarschijnlijk opgelost. Op de rol van de volgende rechtdag komt deze zaak niet meer voor.

    SAD, weeskamer Langerak inv.nr. 1, d.d. 24-10-1606. 24-10-1606: Anthonis Lenaarts weduwnaar van Maritge Hendricks ter eenre en Cornelis Hendricks Uul als oom ende bloedvoogd van de drie weeskinderen, Maritge Thonis, Bastiaan Thonis en Annitge Thonis, ter andere zijde. Zij komen tot overeenstemming over verdeling van de veestapel, het lin­nengoed en de inboedel. Huis en land zal nog gemeen blijven. Anthonis Lenaerts zal bovendien ieder kind de som van 140 gulden uitreiken, mits zij nog een jaar bij hem blijven werken. Hij zal zijn kinderen dat jaar voeden en kleden. Na dat jaar zal hij ze ook 'laten volghen een webbe linnen laecken, met een roer met een spinnewiel'. Anthonis zal verder alle lasten dragen.

    idem f165 14-1-1628
    Bastiaan Teunis ende Bastiaan Cors, swagers beide won. Langerak grondcaveling komt van Maritje Hendricx zalgr hun moeder en schoonmoeder

    28 1-11-1631
    Testament van Teunis Leenderts x Neeltje Pieters, wonende Langerak beide gezond, erfgen. zijn voorkinderen uit 1e huw. met Maritje Hendricx ende zijn nakinderen uit 2e huw. in gelijke delen. Haar erfgen. alleen haar kinderen uit de erfenisse van haar vader en moeder Peter Petersz en Sijchje Croocken

    idem f86 16-3-1641
    Comp. Bastiaan Corss voor hem selve en als vader en Bastiaan Teunisse samen voochden van Henricksken Bastiaans weeskinderen van Anna Teunis 1e hvr. van Bastiaan Cors, Machtelt Bastiaans geass. met haar vader Bastiaan Cors transp. aan Neeltje Pieters wede van Teunis Leenderts, afkomstig van Teunis Leenerts (uit zijn 1e huw.) x Maritje Hendricks, grootouders.
    140,157,161


    Marrigje married Theunis Leenderts, son of Leendert Theunisz and ? ? 140.,161 (Theunis Leenderts was born circa 1565 and died before 10 march 1641 140,161.)

    Kinderen:
    1. Marrigje Theunisdr Leenderts is geboren in Langerak; is gestorven op 8 mei 1613 in Langerak.
    2. 1. Bastiaan Theunisz Leenderts is geboren in 1595 in Langerak; is gestorven op 12 aug 1669 in Langerak.
    3. Annigje Theunisdr Leenderts is geboren in 1596 in Langerak; is gestorven op 20 feb 1637 in Langerak.


Generatie: 3

  1. 4.  Leendert Theunisz is geboren circa 1540.
    Kinderen:
    1. Marrigje Leenderts
    2. 2. Theunis Leenderts is geboren in 1570 in Langerak; is gestorven op 11 mrt 1641 in Langerak.
    3. Jan Leenderts is geboren circa 1575 in Langerak.
    4. Wouter Leenderts is geboren in 1575 in Langerak; is gestorven op 25 aug 1653 in Langerak.

  2. 6.  Heyndrick Dirk Mors is geboren circa 1527 in Langerak (zoon van Dirk Mors); is gestorven op 15 jun 1603 in Langerak.

    Aantekeningen:

    http://www.den-uijl.nl/genealogy/119.htm

    Op de plaats waar Hendrick woonde ('t Waal, nu een buurtschap ten oosten van Langerak) is ooit (waarschijnlijk al in de Middeleeuwen) een dijkdoorbraak geweest waarbij een wiel is ontstaan; na deze dijkdoorbraak is de dijk niet rechtdoor hersteld, maar om het wiel heen gelegd (pas eeuwen later is de dijk weer rechtgetrokken; een deel van de oude dijk is nog in het landschap zichtbaar als het straatje "Waal" dat vanaf de Lekdijk landinwaarts loopt). Hierdoor ontstond een halfronde "uitstulping" van de Lek landinwaarts, die later langzaam verzand is. Dit is misschien het moeras waar "Mors" naar verwijst, hij woonde aan het eind van zijn leven ernaast.

    Hendrik Dirks Mors bezit in Langerak twee weren land van ieder zeven morgen, veertien morgen totaal. In het Utrechts archief bevinden zich in de stukken van de Staten van Utrecht twee lijsten met het oudschildgeld van Langerak12. De 'oude aenbrengh' dateert van ver voor 1550 en de tweede, 'de nieuwe aenbrengh' vermoedelijk uit de jaren '90 van de zestiende eeuw. Op de eerste lijst wordt Hendrik Dirks niet vermeld, hetgeen te verwachten was. Het is niet te zeggen of op deze lijst de vader van Hendrik voorkomt. Zoals vermeld in de inleiding, is Dirk in die periode een veel voorkomende naam.
    Zeker is, dat Hendrik Mors de beide weren niet van zijn vader geerfd heeft. Op de tweede lijst staat voor het eerste weer: de Heilige Geest tot Langeraeck, nu Henrick Dircx Mors, 7 mergen, eigenaar en gebruiker. en voor het tweede weer: Gerret Cornelis en erfgenamen, nu Henrick Dircx Mors, 7 mergen.

    Te oordelen naar de lijst van 'de nieuwe aenbrengh', moet men Hendrik Dirks Mors rekenen tot de beter gesitueerden van Langerak. Op deze lijst komen slechts enkele personen voor, die meer bezitten dan 14 a 15 morgen, uiteraard de Heer van Langerak niet meegerekend. Daarenboven treft men op de laatste lijst eveneens zijn oudste zoon aan, die dan eigenaar is van een weer van 6 1/2 morgen.
    Zeven kinderen van Hendrick Mors, drie zoons en vier dochters, zijn volwassen geworden. Twee van deze zeven kinderen overlijden voor hun vader. In juli 1591, ruim tien jaar voor zijn overlijden, moet Hendrick meemaken, dat zijn zoon Jan door messteken om het leven wordt gebracht. De dader ontvlucht Langerak. Voor het gerecht van Langerak is een proces geweest waarbij de (afwezige) dader onder andere tot een hoge geldboete en levenslange verbanning uit de heerlijkheid wordt veroordeeld. Bijna drie jaar na de doodslag op zijn zoon sluiten Hendrick Mors en zijn overige kinderen een overeenkomst met de dader en diens familie. De familie Mors zal financiele genoegdoening krijgen van de dader (of diens familie) en zal zich dan niet verzetten tegen een eventuele kwijtschelding van de straf, die de dader is opgelegd. Kwijtschelding of vermindering van een dergelijke zware straf kan alleen gegeven worden door het Hof van Utrecht. In een dergelijk geval is het niet ongebruikelijk de dader af te schilderen als een goed mens en de schuld bij het slachtoffer te leggen.
    Na het overlijden van Hendrik Mors ontstaat onenigheid tussen zijn tweede vrouw, de weduwe IJchgen Adriaans, en zijn kinderen. De geschillen zijn ten dele tussen de weduwe en enkele kinderen afzonderlijk, maar ook tussen de weduwe en alle kinderen samen. En uiteraard, niet te vermijden, tussen de kinderen onderling. Waarschijnlijk is Hendrik zelf debet aan de onenigheid. Hij zou voor zijn overlijden zijn kinderen hun moederlijk erfdeel nog niet uitbetaald hebben. De geschillen leiden tot processen voor schout en schepenen van Langerak.

    Het is Belitgen Hendriks, vermoedelijk de jongste dochter van Hendrik Mors, die de aanval opent op haar stiefmoeder. Het gerecht doet bij deze eerste zitting geen uitspraak en vindt dat Beligje terug moet komen op de volgende rechtdag met haar broers en zusters, de overige erfgenamen van haar overleden vader. Zij allen zijn betrokken bij het geding. De weduwe is kennelijk niet bereid zo lang te wachten en drie weken later daagt zij de kinderen voor het gerecht op een buitengewone rechtdag. De kinderen protesteren tegen de kosten voor deze buitengewone zitting van het gerecht. Zij vinden dat gewacht had kunnen worden op de volgende reguliere zitting. Beide partijen worden gesteund door een procureur. De eiseres, waarschijnlijk moe gewordenvan alle ruzies, wil de kinderen dwingen tot een boedelscheiding binnen 24 uur. De kinderen zijn daartoe niet bereid en eisen eerst uitbetaling van hun 'moeders goed' en een schriftelijke inventaris van de boedel van hun overleden vader. Als dat gedaan is, zijn zij bereid over te gaan tot loting en verdeling van de boedel. De weduwe laat weten dat de kinderen voldaan zijn van hun moeders goed en toont een beschikking die op dezelfde dag gedaan is. Zij daagt de kinderen uit onder ede te verklaren niet voldaan te zijn. Het gerecht bepaalt dat de eiseres de verzochte inventaris zal leveren binnen drie dagen. Verder moeten de erfgenamen twee dagen daarna op vrijdag den 17de juni elk afzonderlijk onder ede verklaren of zij voldaan zijn van hun moeders goed of niet. Daarna kan overgegaan worden tot scheiding van de boedel. Op de volgende buitengewone rechtdag, twee dagen later, verklaren de schepenen de eis van de weduwe tot boedelscheiding te komen, voor gerechtvaardigd. De weduwe zal dus een inventaris geleverd hebben. De schepenen bevelen partijen met elkaar voor zonsondergang van de volgende dag 'int vruntlick te loten' en de boedel in twee gelijke delen te splitsen, tenzij eventuele huwelijksvoorwaarden tussen IJchgen Adriaansen wijlen Hendrik Dirks Mors anders bepalen. 'Ende bij aldien zijluiden de voorn[oemde] lotinge inden voors[egde] tijd niet alzo met den anderen in vruntschappen zouden doen, maar enige weigerich bleven, zoo zal de willige ende geinteresseerde jegens den maandag eerstcomende schout ende schepenen doen citeren, te compareren ter plaatse in kwestie, om dezelve lotinge tot costen vande onwillige gerechtelijk gedaan te worden'. De schepenen houden een stok achter de deur. Zij eisen een minnelijke schikking. Zo niet, dan zullen zij de boedel laten verdelen op kosten van de dwarsligger(s). De uitbetaling van het moederlijk erfdeel van de kinderen blijkt toch niet helemaal rond te zijn, ondanks de eerdere beschikking van de weduwe. Mochten enkele gedaagde erfgenamen nog aanspraak maken op zaken en goederen die in het sterfhuis van hun moeder aanwezig waren, dan zal de weduwe hem of haar de waarde daarvan vergoeden. Natuurlijk moeten de erfgenamen aan kunnen tonen, dat zij terecht aanspraak maken op die zaken. Uitbetaling hiervan dient vooraf te gaan aan de verdeling van de opbrengst van de verkoop van het meubilair na het overlijden van Hendrik Mors. Beide partijen worden veroordeeld in een gelijk deel van de kosten van het rechtsgeding.

    Dan blijft het enige maanden rustig en het lijkt erop dat de afwikkeling van de nalatenschap van Hendrik Mors tot ieders tevredenheid gedaan is. Maar op 29 november wordt de weduwe weer voor het gerecht gedaagd, nu door de oudste zoon van Hendrik Mors, Cornelis Hendricx Uul, en een van zijn schoonzoons Philip Bastiaens. De beide eisers verwijzen naar de sententie van het gerecht van 17 juni. Zij verlangen dat de weduwe veroordeeld wordt tot betaling van 75 gulden aan ieder van de eisers. Dit geld zou hen toekomen, wegens nog niet verrekende huur of pacht voor de zeven morgen land, die de weduwe gebruikt heeft tot de boedelscheiding, wegens de opbrengst van de vruchten van het land en de 30 of 40.000 'houpen' die zij heeft gehouden. Uitspraak wordt niet gedaan en op volgende rechtdagen wordt deze zaak nog op de rol vermeld.

    De namen van de kinderen van Hendrik Mors komen nog enige malen voor op de rol van de rechtdagen. Van een enkel proces zijn de uitkomsten niet bekend. Het kan zijn dat delen van het betreffende dingboek verloren gegaan zijn, maar zeer wel mogelijk is, dat uiteindelijk in de meeste gevallen onderling een regeling getroffen is. De processen worden hieronder besproken. Op 6 maart 1604 vindt ogenschijnlijk het laatste rechtsgeding plaats over de afwikkeling van de nalaten¬schap. Hoewel geen van de nakomelingen van Hendrik Dirks de achternaam Mors verder voert, zal die naam nog enkele eeuwen voortleven. Tijdens zijn leven wordt een deel van de veertien morgen aangeduid met de naam 'het Heilige Geestweer'. Na zijn dood zal het weer steeds zijn naam dragen: het Heyn Dirks Mors(se)weer.

    Heyndrick is getrouwd met Anna in 1560 (civil) in Langerak. Anna is geboren circa 1535 in Langerak. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  3. 7.  Anna is geboren circa 1535 in Langerak.
    Kinderen:
    1. Cornelis Hendriks den Uijl (Uul) is geboren circa 1560 in Langerak; is gestorven op 6 mei 1616 in Langerak.
    2. Dirkje Hendriksdr Mors is geboren circa 1563 in Langerak; is gestorven op 19 dec 1605 in Langerak.
    3. 3. Marrigje Hendriksdr Mors den Uijl is geboren circa 1565 in Langerak; is gestorven op 19 dec 1605 in Langerak.
    4. Adriaan Hendriksz Mors is geboren in 1566 in Langerak.
    5. Jan Hendriksz Mors is geboren circa 1570 in Langerak; is gestorven in 1591 in Langerak.
    6. Beligje Hendriksdr Mors den Uijl is geboren in 1572 in Langerak; is gestorven in 1612 in Langerak.
    7. Marrigje Hendriksdr (de jonge) Mors is geboren in 1573; is gestorven op 15 jun 1603.


Generatie: 4

  1. 12.  Dirk Mors is geboren circa 1500 in Langerak.

    Aantekeningen:

    De broers Mors

    Aan het einde van de zestiende eeuw leven in Langerak twee mannen, die beiden de achternaam Mors voeren. Beiden dragen bovendien het patroniem Dirckszoon. Heyndrick en Rutger Dirks Mors zullen broers geweest zijn, hoewel nergens een dergelijke vermelding is gevonden. De uitzonderlijke achternaam, die door niemand anders wordt gevoerd en het gelijkluidende patroniem, mogen in dit geval als voldoende bewijs worden beschouwd. Daar komt nog bij dat in 1612 de tweede zoon van Hendrik Mors, Adriaan Hendriks, een overeenkomst sluit met Dirk Rutgers, de zoon van Rutger Mors. Dirk Rutgers belooft Adriaan Hendriks, zijn vermoedelijke neef, tot zijn levenseinde te verzorgen. Een dergelijke overeenkomst is tussen verwanten wel vaker gesloten. Meestal is dit het geval, als een van beide partijen kinderloos en/of onge­huwd is. De verzorgende partij krijgt dan als tegemoetkoming in de kosten een groot deel of de gehele nalatenschap van de te verzorgen persoon. Uiteraard is, met behulp van enkele lijsten van Oudschildgeld, gezocht naar de vermoedelijke vader van Hendrik en Rutger Dirks Mors. Dirk is in die periode geen uitzonderlijke naam in Langerak, maar aanwijzingen dat een Dirk Hendriks, een Dirk Thonis, een Dirk Jans of een andere persoon met de voornaam Dirk, zelfs maar verwant is aan de beide genoemde broers ontbreken. Bovendien leeft in de tweede helft van de zestiende eeuw een tweede Hendrik Dirks in Langerak, die volgens eigen zeggen slechts een jaar ouder is dan Hendrik Mors. De eerstgenoemde wordt ter onderscheiding van zijn naamgenoot soms aangeduid als Hendrik Dirks Preker.

    Kinderen:
    1. 6. Heyndrick Dirk Mors is geboren circa 1527 in Langerak; is gestorven op 15 jun 1603 in Langerak.
    2. Rutger Dirksz Mors is geboren in 1530 in Langerak; is gestorven op 19 jun 1604 in Langerak.