| Aantekeningen |
- Lenert, welgeboren man, tr 1. Hillegont Claes, d.v. Claes Cornelis en Belij Claes, [zie in kw Dijkxhoorn], tr 2. Maritge Jans van Ruijven, Delft begr 22-12-1610, d.v. Jan Dirck Symons en Grietge Claes.
Lenert woonde in Delfgauw onder Hof van Delft, gezworene en ambachtsbewaarder van Hof van Delft, collecteur van de verpondingen van 't Hof van Delft. Hij had als titel welgeboren man van Delfland.
Lenert was een actieve man omdat hij ook was opzichter van de school te Delfgauw en achteman van de Zuidpolder.
Hij werd ook Lenaert , Leendert van der Houve en Houff genoemd.
Lenert pacht in 1550 20 morgen 3 hond pacht van het Oude Gasthuis te Delft. Dit stuk grond vormt gedurende zijn leven de kern van zijn bestaan.
Lenairt Gerritsz van Delfgau betaalt op 23-03-1558 aan de Nieuwe Kerk te Delft 5 st 6 p voor een stalkaars, waarschijnlijk voor het zieleheil van zijn vrouw Hillegont.
Zijn bezit groeit gedurende zijn leven. In 1553 bezit hij een huis 'sonder gront' en de helft van 3,5 morgen waarvan hij de helft pacht van Lijsbeth Vrancken te Delft.
Bij zijn overlijden in 1608 laat hij 37 morgen 2 hond 50 roede land na. Hiervan zal bijna 27 morgen gediend hebben als uitbreding van van zijn land maar percelen in Hoogeveen (Nootdorp), Zouteveen en een stuk leenland in Maasland zal gediend hebben als belegging.
In het najaar moet Lenert met zijn gezin vluchten als zijn land gevolg van de inundatie onder water komt te staan. Hij zoekt dan toevlucht in het ambacht Dorp, waar hij samen met Vranck Joosten, voor een zacht prijsje de desolate boedel van Jan Thonis van Dijck overneemt, bestaande uit een woning met 24 morgen bruikwaar van de heer van Spangen, 4 morgen van ed erven van Jan Anthonisz en nog eens 2 morgen van de kerk van Schipluiden. Zijn verlaten land blijft jaren onbruikbaar, wat de reden voor de gasthuismeesters was om hem tot en met 1578 vrij te stellen van pacht. In september 1581 wone ze nog steeds in het Schipluiden (Dorp).
In het verzweerboek van 1589 is er nog sprake van van ruim 3 morgen land 'waarop zijn wonong staat'. Omdat de woning niet meer bewoonbaar is, vraagt Lenert - en krijgt toestemming - van de gasthuismeesters dat hij 'sal mogen timmeren opt gasthuijsgront welcke timmeraels als huijssens schuijeren barghen nijet uijtgesondert sal t gasthuijs in toecomende tijt so verre zij inde vordere huijere nijet commem accorderen en haer morghen nemen voor die somme van neghen hondert ponden van XL grooten'.
Die overname van de nieuwe boerderij door het gasthuijs vindt plaats als de kinderen van zijn oudste zoon Gerrit de overeengekomen 900 gld verkopen.
Nadat Lenert met zijn gezin teruggekeerd is naar Delfgauw in 1582 wordt de boerderij ook aangehouden. Lenert betaaldt daar de pacht tot zijn zoon Cornelis die in 1588 overneemt.
Door zijn beide huwelijk komt Lenert in contact met de 'betere kringen'in Delft. Belij Claesd was de broer van de Delftse burgemeester Adriaen Claesz, wiens kinderen van Adrichem droegen. Lenerts 2de huwelijk bezorgde hem ook de nodige connecties.
In de jaren'80 en 90 raakt Lenert verwikkeld in processen o.a. namens de rest van de familie over de erfenis van Pieter en Hillegont.
Als Lenerts in 1578 het huis 'De dubbele Muts' koopt, vergeet de koper te vermelden dat er een zware hypotheek op huis rust. In 1584 laat een vorige eigenaar beslag leggen op het huis en per decreet verkopen. Het gerecht van Delft doet uitspraak op 29-09-1585 ten gunste van Lenert maar 3 jaar later is hij nog steeds bezig de proceskosten op de tegenpartij te verhalen.
In 1576 kopen mensen een boerderij met Lenert is borg; ook hier blijken de eiegndommen belast met stokoude opcenten; het proces hierover sleept zich 19 jaar voor.
Op 14-01-1607 is Lenert nog kloek en gezond als hij samen met zijn vrouw een testament laten opmaken bij notaris Overgauw (neef van de vrouw).
De jongste zoon Mees blijkt niet met geld te kunnen omgaan, wat in een verklaring staat van notaris Overgauw die Lenert en Maritgen in 1604 overleggen; zij bepalen dat Mees zijn erfdeel pas zal krijgen als er afgerekend is met zijn schulden broers en zussen en borgtochten zijn afgelost. Er volgen meerdere regelingen voor Mees.
Grietgen krijgt in het testament dat ze haar erfenis krijgt onder aftrek van het geld wat ze bij haar trouwen heeft gekregen. Wat er overblijft blijft onder het beheer van haar broers behalve Mees. Dat is meer geregeld vanwege Grietgens 2de man.
Op 25-09-1608 vragen en krijgen Lenert and Maritgen consent van de landgifter van Hof van Delft om te mogen disponeren van 3/12de van hun grondbezit aldaar. Het is daar niet van gekomen om het in een testament vast te leggen want Lenert overlijdt 3 weken daarna.
Na anderhalf jaar is hun testament zo goed als afgewikkeld als er problemen zijn over de innocente zoon Claes. Om de problemen op te lossen worden er 6 voogden benoemd, waarvan alleen Dirck en Cornelis dit te accepteren. De anderen komen niet opdagen zelfs niet na een dagvaarding. Daarna wordt de uitkoop geapprobeerd mits de moeder dat bedrag (2300 gld) behoorlijk zal verzekeren en de jaarlijkse rente ten goede komt aan zijn onderhoud ten goede zal komen.
Als in december ook de moeder overlijdt, volgt in 1611 de afwikkeling van haar nalatenschap. Op 16 feb 1611 wordt haar grondbezit onder Hof van Holland getaxeerd op 16.000 gld en vervolgens vekaveld.
|
Stamboom Vennik
ca. 1526 - 1608 (~ 82 jaar)
: Adres
: Locatie
: Stad/Dorp
: Gemeente/Graafschap
: Staat/Provincie
: Land
: Nog niet ingesteld