Stamboom Vennik
Aantekeningen
Treffers 8,101 t/m 8,150 van 12,935
# | Aantekeningen | Verbonden met |
---|---|---|
8101 | Nellij Beekenkamp, geb. te Gouderak op 6 sep 1893, ovl. te Oldenzaal op 19 jun 1982, tr. te Gouderak op 14 jun 1918 met Teunis Magtel van Lange, geb. te Woerden op 31 jan 1887, ovl. te Woerden op 13 sep 1951. | Gezin: Teunis Magtel van Lange / Nellij Beekenkamp (F1513868181)
|
8102 | Nh doop Lochem: Jan Plasman in Oolde en Willemken sijn huisvrouwe, dogter gedoopt en genoemt Grietjen. | Plasman, Grietjen (I55518)
|
8103 | NH trouw Almen: Steven Janssen j.m. en soon van Jan Plas in Oelde en Henders Janssen n.d. van Jan Coolwijk onder Bathmen beide wonagtig in Herfsen. ---- Steven Oltvoort wed. van Hendeken Janssen en Henders Derssen j.d. van Claes Kleine Mensink, beijde onder Herfsen. ---- Overlijden /Almen: den 30 Maij is overleeden Steven Oldvoord en den 4 junij begr:. --- Er overlijden na 1742 nog twee kinderen van hem: 24-11-1745 en 06-06-1747. | Oltvoort, Steven (I52907)
|
8104 | NH trouw Laren: Evert Heuvelman z.v. wijlen Derk heuvel, en Jenneken Plasmans d.v. wijlen Jan Plasman beijde wonende in Laren. | Plasman, Jennken Janssen (I55520)
|
8105 | NH trouw Laren: Gerrit Jansen J.M. z.v. wijlen Jan Plasman, en Willemken Lubberts J.D. van Lubbert in 't Velt beijde in Oolde. | Gezin: Gerrit Janssen Plasman / Willemken Lubberts (F1513870868)
|
8106 | Nicolaas Marinus Beekenkamp, geb. te Wateringen op 18 sep 1907, opperwachtmeester, adjudant, onderofficier bij de marechaussee, ovl. te Vught op 27 mrt 1992, tr. te Boxtel op 23 mei 1950 met Maria Geertruda Allegonda Muselaars, geb. te Boxtel op 14 okt 1903, ovl. te 's-Hertogenbosch op 14 dec 1988. | Gezin: Nicolaas Marinus Beekenkamp / Maria Geertruda Allegonda Muselaars (F1513868238)
|
8107 | Niet zeker, alleen uit volgende: Langerak RA.39 4 3 1766 lootcedulle kinderen van Bastiaen (Cornelis) den Haan ende Neeltje (Jansdr) Stout, met namen, Cornelis, Jan, Merrigje en de niet bij zinnen zijnde Jannigje met haar voogden, Claes Jans Stout, Jan en Cornelis den Haan en Willem Vuijck, alle won. te Langerak. Jannetje 1/5 part van haar oom van moederszijde Claas Jans Stout, met ende nevens Bastiaan Hooglander als in huwelijk hebbende Aletta den Hertog. Verzoek om 2 voochden voor Jannetje aan te stellen | den Haan, Jan Cornelisz Aartse (I29884)
|
8108 | Nieuwpoort 96 d.d. 23-5-1607: De heer van Langerack bekent dat hij bij Cornelis Bastiaensz Alblas voor de ene helft en Cornelis Bastiaensz Alblas de jonge, Andries en Adriaen Bastiaensz Alblas voor de andere helft aengebrocht is, gecocht van Dirck van Losecaet nom. uxoris 4½ m. eijgen lants en 1½ m. 1 roede leengoet in Langerack in een weer van 13 m. ora Langerak 25 fol 102vo d.d. 31-7-1622: Cornelis Bastiaensz Alblas de Jonge ofte anders Cornelis Joosten genaempt, wonende in dese heerlicheijt, bekende schuldich te zijn aen Lenaert Jansz, burger der stede van Nieupoort in Hollant, de somme van 100 car. gld. ora Langerak 25 fol 109 d.d. 8-5-1624: Cornelis Bastiaensz den jongen, inw. deser heerl. van Langeraeck, bek. 100 car. gld. schuldich te zijn aen Henrick Pietersz, coorncooper en burger van Nieupoort, versekert op 4 m. lants, onverdeijlt liggende in twee weren, t'een groot 12 m., daer hij met sijn broeders Andries en Adriaem Alblas nu ter tijt op woent, en t'ander weer groot 8 m., daer Willem Alblas, sijn broeder, op is woenende, alles sulcx hij over d'erffenisse van zijn vader en moeder zal. daerin gerechtich is. [exact dezelfde tekst op fol 122 d.d. 6-3-1627]. ora Langerak 25 fol 176vo d.d. 25-12-1642: Andries en Adriaen Bastiaensz Alblas en Bastiaen Cornelisz de jongen, soon van Cornelisz Bastiaensz Alblas vhs en voor zijn moeder Annitgen Joosten en zijn suster Maritgen Cornelis ter eenre en Gijsbert Mertensz als man en voocht van Hendricktgen Cornelis Alblasdr t.a.s. Zij hebben nu op huijden de heer van Langerack versocht seecker 1½ m. een roe lants, waerin Gijs Mertensz vant selve leen de rechte helft heeft over erffenisse en door overlijden van Cornelis Bastiaensz Alblas, zijn huijsvrouwen vader, leggende in een weer van 13 m., waervan de rechte helft vant vsz. weer bij hen is gecocht van eenen Dirrick van Loosecaet nom. exorys daervan het transport op 8-8-1609 is gedaen. In de eijgenbrief was verhaelt dat het vsz. leen daerin niet is begrepen, gel. het vsz. leen ten dienmael op vn. Cornelis Alblas en nu door zijn overlijden op Andries en Adriaen Alblas en Annitgen Joosten de eene rechte helft en Gijsbert Mertensz voor de ander helft competerende, nu b 25-12-1642 f177 Comp. Andries ende Adriaen Bastiaense ALBLAS ende Bastiaen Cornelis de jonge soon van Cornelis Bastiaense ALBLAS voor hem zelve ende hem sterkmakende voor sijne moeder Annitgen Joosten ende sijn suster Maritgen ter eenre ende Gijsbert Meertense als man en voogd van Hendrickgen Cornelis ALBLAS ter andere zijde ende alsoo zij comp. nu op heden etc. Leenmannen van de here van Langerak, 1,3 mrg 1 hont land. ora Langerak 26 fol 79 d.d. 6-7-1662: Anneken Aerts, won. alhier, wed. wijlen Cornelis Bastiaensz Alblas, machtigt Bastiaen Cornelisz Alblas, haer soon, om op interesse te nemen de somme van 500 car. gld., verseeckert op ontrent 1½ m. lants, gel. alhier in twee weeren, teene genaemt thuijsweer van den ouden Alblas en t'ander sijnde de hofstede daer Gijsbert Mertensz op woont. f79v 7-7-1662 Bastiaen Cornelis ALBLAS, Maritge Cornelis ALBLAS hvr. van Willem Barends. Enige tijd geleden uit handen van Anneke Ariens hun moeder als erfgen. van Cornelis Bastiaens ALBLAS hun vader. Anneke Aerts won. Langerak wed. van Cornelis Bastiaens ALBLAS, 2 thuisweren van de oude ALBLAS, sijnde de hofstede daar Gijsbert Merten op woont. 767,943 | Alblas, Cornelis Bastiaensz (de jonge) (I3912)
|
8109 | No. 112, public notary P.M.Ingensgeren, Rumpt | Versteegh, Gerardus Jacobus (I76866)
|
8110 | No. 190, public notary P.M.Ingensgeren, Rumpt 79 years old, born in Deil, single | Versteegh, Maria (I77137)
|
8111 | No. 25053, public notary W.J.M. de Bas, The Hague Verzetskruis Conc. kamp Sachsenhausen te Oranienburg | Versteegh, Pierre Marie Robert (I77221)
|
8112 | No. 8219, public notary H.Ligtenberg, The Hague. | Versteegh, Willemine Francisca Eugenie Marie Elisabeth (I77337)
|
8113 | No. 96, public notary P.M.Ingensgeren, Rumpt born Deil 3 Feb 1833, widow | Bouwman, Antonia (I12594)
|
8114 | No. 97, 98, public notary P.M.Ingensgeren, Rumpt bride was born in Deil 3 Feb 1833 | Gezin: Joannes Versteegh / Antonia Bouwman (F1513866683)
|
8115 | No. 97, public notary P.M.Ingensgeren, Rumpt | Versteegh, Arnoldus Johannes (I76664)
|
8116 | No.49, public notary C.J.H. van Kessel, Rumpt | Versteeg, Johanna Wilhelmina (I76461)
|
8117 | Noemt zich later Van Adrichem | van Dijck van Adrichem, Joris Dirksz (I18261)
|
8118 | Noemt zich na 1650 Engbert Wouters van Doeland (Doollandt, Dolland) Woont 1624-1650 te 's Gravenhage (Spui), ontvangt van de Haagse Magistraat 11-11-1637 een aanstelling tot ordinaris marktschipper op Gorinchem. Verzoek aan magistraat van Gorinchem in 1650 om aanstelling als marktschipper Gorinchem-Gouda. Gildebroeder te Gorinchem. Omstreekt 1650 ouderling te Rumpt, buurmeester aldaar 1664. Uit Nederlandse Leeuw 1963: ., na 1650 zich noemende Ven Doeland, gildebroeder schippersgilde en poorter van Gorinchem, marktschipper Gorinchem-Gouda-' s-Gravenhage, bewoonde circa 1626-1650 een eigen huis aan het Spui te 's-Gravenhage, keerde naar Gorinchem terug en vestigde zich later in Rumpt, gegoed ald., ouderling en buurmr. van Rumpt 1664 marktschipper Gorinchem - Gouda - 's Gravenhage (Eerder gepubliceerd in ‘Kronieken’ 1993, een uitgave van de Genealogische Vereniging Prometheus) | Versteegh, Eimert Woutersz (na 1650 Engbert Wouters van Doeland) (I76786)
|
8119 | non te Rijnsburg | van Holland, Hadewig (I34940)
|
8120 | notaris te Rotterdam | Roest van Limburg, August Eduard (I58815)
|
8121 | notaris te Schiedam | Penning, Maarten (I54862)
|
8122 | NOTE: 30-6-1620: Comp. Marrchen Claes oud 73 jaar verklaart ten behoeve van Daniel Cornelisse Rietvelt dat Cornelis Daniels Rietvelt zijn vader huis heeft gehouden met Grietken Gijsbertse een jonge dochter van Jaersvelt in de jare 1577 was daar in huijs bij de trubbels. Leenakte 19-02-1637: 1 morgen van het leen van 4 morgen land op zevenhoven (in het land van Ameide): Herbert Danielsz van Rietveld bij overdracht door Daniel Cornelis van Rietveld, voor Grietje Jacobs,diens vrouw, waarna overdracht aan Bastiaan Reinerszn. 24-10-1600: Cornelis Daemen alias Rietvelt wordt als belendend genoemd o p de polder Aksterveld te Meerkerk. Leenakte 1616: 5 morgen in een weer van 9 morgen over de aaxtersteeg, be lendend beneden: Cornelis Damen van Rietveld. Leenakte 1628: Ameide. De helft van 4 1/2 morgen land in het land van Am eide op Aaxterveld; belending zuid: Cornelis Danielsz van Rietveld. Leenakte 19-02-1637: 1 morgen van het leen van 4 morgen land op zevenhoven (in het land van Ameide): Herbert Danielsz van Rietveld bij overdracht door Daniel Cornelis van Rietveld, voor Grietje Jacobs, diens vrouw, waarna overdracht aan Bastiaan Reinerszn. | Rietveld, Daniel Cornelisz (I57897)
|
8123 | NOTE: Lexmond RA.3 d.d. 30-6-1620: Comp. Marrchen Claes X Frans Roelofs Stavast oud 73 jaar verklaart ten behoeve van Daniel Cornelisse Rietvelt dat Cornelis Daniels Rietvelt zijn vader huis heeft gehouden met Grietken Gijsbertse een jonge dochter van Jaersvelt in de jare 1577 was daar in huijs bij de trubbels. Leenakte 19-02-1637: 1 morgen van het leen van 4 morgen land op zevenhoven (in het land van Ameide): Herbert Danielsz van Rietveld bij overdracht door Daniel Cornelis van Rietveld, voor Grietje Jacobs, diens vrouw, waarna overdracht aan Bastiaan Reinerszn. | Rietveld, Herbert Danielsz (I57920)
|
8124 | NOTE: Op 1 januari 1700 schrijft Ds. Lucas Bosch de "naamen der Leedematen der gemeijnte Jesu Christi tot Noordeloos" in. In deze lijst komt, als enige van de kinderen van zijn ouders Herbert en Jannigje, de naam Pleun Herberts Rietveld voor. Ook komt hij voor in de lidmatenlijst 1721 van Ds. Lieshout (Predikant te Noordeloos van 1721 tot 1744). Het feit dat Pleun rond 1641 geboren is, blijkt uit het resolutieboek van de heerlijkheid Noordeloos. Daarin wordt geschreven over een verschil van mening tussen de heren van Noordeloos en die van Ameide en Meerkerk over het onderhoud van twee bruggen, n.l. "de hooge houte brug gelegen ten eijnde Grootewaard over de Noordeloos op het begin van Slingeland" en "de brug gelegen op de buurt bij het huijs van den ouden Bons." Het onderhoud van die twee bruggen was volgens Noordeloos altijd voor rekening gekomen van de heren van Ameide en Meerkerk. In 1713 zijn de bruggen aan reparatie toe, doch Ameide en Meerkerk weigeren hier voor te zorgen. Voor de schepenen van Noordeloos verschijnt een aantal oudere mannen die getuigen te weten dat in het verleden het onderhoud van deze bruggen altijd voor rekening van Ameide en Meerkerk is geweest. Een van deze mannen is Pleun Rietveld, oud 72 jaar, oud-waarsman. Pleun verklaarde "dat hij een jongen sijnde en eenigie jaaren daar naa heeft gesien dat Bastiaan den Hartog, gewesen gemeenlands timmerman van Amijde de voorn. hooge brug heeft gemaakt en gerepereert ende dat voorn. den Hartog in den voorn. arbijt des nagts in 't huijs van sijn vader heeft gelogeert." Na veel heen en weer gepraat en geschrijf worden de bruggen toch weer voor rekening van Ameide en Meerkerk gerepareerd, echter wel onder protest. Bestuursschema voor Noordeloos Vanaf circa 1600 tot 1815 toen de bestuursreglementen voor het platteland werden vastgelegde en de scheiding tussen polder en gemeente definitief werd. Vrijheer Drossaard Schout | Secretaris 7 Schepenen | 2 Waardslieden | Armmeesters | Kerkmeester Een Polderschout en een Gaardermeester voor iedere polder Drossaard, Schout en Secretaris werden benoemd door de Vrijheer en waren te beschouwen als zijn dienaren. Soms werden die drie ambten in een persoon gecombineerd en werd het schoutambt in de praktijk door een ander persoon waargenomen. De schepenen waren belast met de rechtspraak en notariele werkzaamheden. De waardslieden die met de polderschout de polderzaken behartigden werden ook wel polderheemraden of poldermeesters genoemd. De polderschout was de hoogste in de besluitvorming. De armmeesters (het burgerlijk armbestuur, de zogenaamde Groote Armen - dit ter onderscheiding van de Diakony Armen). De gaardermeester (gemeenteontvanger en penningmeester van de polder). | Rietveld, Pleun Herbertsz (I57987)
|
8125 | NOTE: Testament 20-12-1627. Akte 212/286: Pietertgen Harmansdr, weduwe van Dirck Danielss Rietvelt, wonende op de Cleyne Bierhaven, benoemt haar kinderen tot haar erfgenamen. Zij wordt geassisteerd door haar zwager Willem Pieterss Luns, die door schout en schepenen van Langerack als haar voogd benoemd is. Het testament d.d. 6 augustus 1627 voor deze notaris gepasseerd komt hiermee te vervallen. In dit testament is Jan Pieterss den Onbeschaemden haar voogd. | Rietveld, Dirk Danielsz (I57904)
|
8126 | Notitie bij Erik: Tweeling met Bert | Borgdorff, Erik (I11484)
|
8127 | Notitie bij Gijsbert: 11-04-1684: Gijsbert Herbertsz vermeldt als schepen van Meerkerk. Gijsbert trouwde met Maayke Claasse van den Dool. Notitie bij Maayke: Maayke maakt op 23 augustus 1671 (na het overlijden van Gijsbert) haar testament op. Zij benoemt haar zoon Herbert hierbij tot haar enige erfgenaam. Indien zij komt te overlijden voor Herberts "trouwen ofte mondige daege", benoemt zij haar broer Arie Claasz van den Dool als voogd. Ingeval Herbert eerder komt te overlijden, laat ze een en ander na aan haar broers en zusters of hun nakomelingen. Maayke moet kort daarna zijn overleden, want in 1674 treedt Arie Claasz van den Dool op als voogd over het weeskind Herbert Rietveld. | van den Dool, Maayke Claasdr (I19582)
|
8128 | Notitie bij het huwelijk van Claas en Hilligje: Het testament, opgemaakt 26 juli 1722, van Claas en Hilligje vermeldt dat Claas "siekelijk te bedde liggende" was en dat zij woonden op de polder Botersloot onder Noordeloos. Het beschrijft verder dat de eerststervende alle goederen, zowel roerende als onroerende, nalaat aan de langstlevende, op voorwaarde dat deze langstlevende hun kinderen opvoedt en onderhoudt tot hun trouwen of "mondige dagen" ,en daartoe gekomen zijnde aan ieder "ujt te reijken soo veel als de langstlevende sal oordeelen." | Gezin: Claas Herbertsz Rietveld / Hilletje Cornelisdr van den Dool (F1513881094)
|
8129 | Notitie bij het huwelijk: huw voorwaarden 22-6-1645 (Notaris Willem van Assendelft te Delft) ------------------------------------------------------------------------------------------------------- CORNELIS DIRCKSZ BOGAERT jonge man wonende Monsterambacht als toekomend bruidegom geassisteert door PIETERJE CORNELISDR weduwe DIRCK LENAERTSZ BOGAERT zijne moeder, WILLEM ADRIAENSZ VAN DER SALM en CORNELIS FRANCKENSZ VAN DER HOUFF zijne goede bekenden allen wonende te Monster ten eenre ende MARIJTJE JANSDR VAN ADRICHEM jonge dochter wonende te Honsholredijck als toekomende bruijd geassisteert door ADRIAEN JANSZ VAN ADRICHEM te Honsholredijck haar broeder, DIRK JORISZ VAN ADRICHEM brouwer ("in den Slang" te Delft) haar neef en JERONIMUS JACOBSZ DE LEZRETINGH te Delft ten andere zijde maken huwelijkse voorwaarden. was getekend: MAERTGEN JANS, CORNELIS DIRCKSZ BOGERT, ARY JANSZ VAN ADRICHEM enz. Op 15-7-1637 draagt zij haar helft van een stuk land over aan haar broer Adriaen die de andere helft bezit. Voor haar traden op de neven van haar vader Anthonis Adriaensz van Adrichem en Dirck Jorisz van Adrichem in hun kwaliteit als "bloetvoochden" en de weduwnaar van haar moeder Cornelis Dircxsz Bos (Jaarboek CBG 1973 pag 218) Cornelis Dircksz is geboren in Monster, zoon van Dirck Lenaertsz Bogaert en Pietertje Cornelisdr. Notitie bij Cornelis Dircksz: j.m. van Monster | Gezin: Cornelis Dirksz Bogaert / Marija Jansdr van Adrichem (F1513873474)
|
8130 | Notities bij Walingh Bastiaens Groenheide O.R.A. Ahtsrecht 8, f. 27, d.d. 22-3-1659: Acte ondertekend door Waling Basteiianss Groeneiid. Dit is de eerste keer dat de naam Groenheyde in welke vorm dan ook gebruikt wordt. O.R.A. Vrijenban 17, f. 45, d.d. 29-5-1660: Comp. voor o.a. Walingh Bastiaens Groeneijde, gezworene van Abtsrecht. Nat. Arch. Delft 2071, f.23, d.d. 22-3-1663: Testament van Wallingh Bastiaens en Claesge Jacobs Overgauw, echtelieden , won. op de Schie. Langstlevende is universeel erfgenaam. Voogd is de langstlevende. O.R.A. Abtsrecht 8, f. 46, d.d. 22-10-1672: Comp. voor o.a. Waling Basteiansz, gezworene van Abtsrecht. Volgens de i nventaris van zijn neef en oomzegger Sijmon Arijens Groeneyde (16251678) had Waling bij hem een lening lopen van 100 gulden (zie Not. Arch. Delft 2132, no. 535, d.d. 12-1-1678). O.R.A. Abtsreght 4, f. 27, rechtdag d.d. 1-11-1681: Harmanus van Rijsselburg, last en procuratie hebbend van de Heer mr. Abr aham Hogenhoeck, gewezen brouwer in de brouwerij van Eenhoorn, eiser, contra de wede. van zaliger Waling Bastiaens, won. op Schie onder Abtsrecht, gedaagde, wegens betaling vanf 95:5:- over leverantie van bier en bostel, in de brouwerij van Eenhoorn door de gedaagde gehaald.GN 1983 pag. 295: 609. LUGTIGHEID (Xx1X (1974) p. 71,252,2X1,321) Maertje Waling Groenheijde was een dochter van Waeling Bastiaenszn. di e voor zover tot op heden bekend, zich slechts bediende `van een patroniem en nimmer de naam Groenheijde ge-bruikte. De vader van Waling was Bastiaen Arienszn. die ook nooit een achternaam had, uitgezonderd toen hij in 1620 te Delft testeerde en zich toen Van Hoogewegen noemde. Deze Bastiaen is te beschouwen als de stamvader van het geslacht Groenheijde. Naast Waling had hij nog een zoon. Arijen, die zich Arijen Bastiaens van Groeneveldt noemde. De kinderen van Arijen namen deze naam aanvankelijk over. maar kort na 1660 noemden zij zich ineens Groenheijde. Enige tijd daarna volgden de kinderen van hun oom Waling met het aannemen van deze zelfde naam, terwijl deze, nochhun vader, ooit de naam Van Groeneveldt hebben gebruikt. | Groenheijde, Walingh Bastiaensz (I29592)
|
8131 | Nr. 35, public notary P.M.Ingensgeren born Deil 4 jun 1842 | van Gameren, Adriana (I27508)
|
8132 | ó | Gezin: Wilhelm II van Hessen / Anna van Mecklenburg Schwerin (F1515784795)
|
8133 | OAA Weesboek Schiedam inv. 1616, pag: 126v 15-10-1650: Jan Allerts Hodenpijl zoon van Allert Jacobs overleden [X Sdam 04-11-1611] en waar moeder van is Neeltje Jacobs verklaart dat hij 31 jaar oud is en verzoekt mondig en uit de voogdij ontslagen te worden. | Hodenpijl, Johan Aldertsz (I33743)
|
8134 | Obit 26 Sep. 1777 | de Wijs, Joanna Jansdr (I82589)
|
8135 | Occupation: he fought together with his father Arent II in the expedition against the Frisians in 1396; "schout" in Dordrecht from 1439-1441; "kastelein" of Loevestein Castle (1440); "raad in den Hove van Holland (1443); "baljuw" of Zuid-Holland (1445); "heer van Dussen, Aartswaarde" and other estates (1445). He rebuilt the castle of Dussen in 1455. Het is twijfelachtig of Floris echt de vader was van Jan Jacob Bruinsz, alias Jacob van der Dussen. Als dit zo was, dan was Floris tijdens zijn leven ook bekend als Jacob Bruin of Jacob Bruno, al is hiervoor geen bewijs. De Elisabethsvloed van 1421 maakte het trotse, pas 30 jaar oude kasteel tot een ruine. De muren die waren blijven staan werden afgebroken door teruggekeerde bewoners van de streek om hun huizen weer mee op te bouwen. In 1456 begon Floris 1 en later zijn zoon Jan V van der Dussen met de wederopbouw van het kasteel. De toegangspoort en de onderste ronde gedeeltes van de torens zijn nog restanten van voor deze wederopbouw. Nadat het kasteel door de Spanjaarden in zeer slechte toestand werd verlaten kocht Baron Walraven van Gent het kasteel van Anna van Brecht (dochter van Cornelia van der Dussen). De bouw van Toscaanse zuilengang op de binnenplaats is een van de vele werkzaamheden, die door de Baron zijn uitgevoerd. Het jaartal 1609 op de gevelsteen boven de deur is een stille getuige van het met smaak uitgevoerde werk. Helaas voor de baron waren de aankoopsom (40.000,=) en de kosten van de verbouwing teveel en moest hij het kasteel verkopen aan de familie van Axel. | van der Dussen, Florens Arentsz (I21704)
|
8136 | Of hij zich terecht jonker liet noemen, valt te bezien. Graf (met zijn weduwe; in 1666 verkocht aan de Van Boetzelaers) Grote of St Jacobskerk, hoogkoor voor tombe regel 4, no 16.2-I. Behoorde in januari 1567 tot de edelen en leenmannen die (in zijn geval mondeling en in persoon) trouw zwoeren aan de landvoogdes (Margaretha van Parma), en daarmee afstand namen van het Verbond van Edelen (d’Yvoy van Mijdrecht 1825: 245). Op last van Alva omstreeks 6-3-1568 (door Guillaume le Grand ten huize van stadhouder Bossu, die hem te eten had gevraagd) na het eten gearresteerd. Direct daarop werden in zowel zijn eigen huis als in dat van wijlen zijn vader in Delft alle persoonlijke en officiele papieren in beslag genomen. In de nacht van 20 op 21 maart 1568 van Den Haag naar Delfshaven afgevoerd, en vandaar per boot naar Brussel gebracht. Die nacht schreef hij zijn afscheidsbrief, het laatste directe contact met zijn vrouw. Aanvankelijk in de Treurenberg in Brussel opgesloten, zonder aanklacht en zonder vorm van proces. Aanklacht naar buiten gesmokkeld in september 1568 door omkoping van een metselaarsknecht (Meilink). Belangrijkste aanklacht: het zelfstandig uitvaardigen van dagvaarten voor de Staten (een prerogatief van stadhouder en Hof), waarmee hij in 1563 al begon. Uit Jacobs Verdediging blijkt dat veel later wel concrete beschuldigingen tegen hem werden ingebracht. Deze betroffen ruwweg het dwarsbomen (voor de Staten) van het vorstelijk gezag, het uitsluiten van roomse edelen van de Statenvergaderingen, samenwerken met Oranje, en een vage verdenking van Protestantisme. De eigenlijke reden voor zijn arrestatie lijkt echter te zijn geweest dat Alva achter hem (vermoedelijk terecht) de auteur vermoedde van een pamflet/smeekschrift aan de landvoogdes, waarvan de tekst overeenkwam met de verbondstekst van het Verbond van Edelen - de aanleiding tot de Nederlandse opstand. Staten en Steden van Holland stuurden een delegatie naar Brussel om Jacobs zaak te bepleiten, echter twee van de gedelegeerden werden direct (uiteraard zonder proces en aanklacht) een dag opgesloten, waarop de delegatie spoorslags terugreisde; latere pogingen van de Staten van Holland (op verzoek van Jacobs vrouw) om Jacob vrij te pleiten hadden een steeds halfslachtiger karakter. Volgens traditie ( Van hem zijn onder meer een afscheidsbrief aan zijn vrouw (1568) en een samenvatting van zijn verdediging overgeleverd. Zie ook P.A. Meilink, 'De verdediging van Mr Jacob van den Eynden voor den Raad van Beroerten', p.184-205 in Bijdragen en Meededelingen van het Historisch Genootschap, 1924; J. Smit, Den Haag in den Geuzentijd, Den Haag: Vereniging 'Die Haghe', 1922. Hier de volledige tekst: (Achterzijde: Desen open brieff is gheschreven by den Advocaat van Hollandt Mr. Jacob van den Eynde, soo hy tsavonts van den Graaf van Bossu, Stadthouder van Hollandt, ghevanghen worde opt Hoff in den Haghe, vervoert in den nacht naer Brussel, den 20 Meert 1568.) Lieve ende Waerde Huysv[rouw], nae allen zeer hartelicke groetenisse, Es dese omme u te adverteren, dat desen avont myn Heere de Stadthouder ontfangen heeft brieven van myn heere den hartoghe, dat ie aldair sonde commen, omme aldair gehoort te worden op tghene men begeert te weten, zoe dat den voirs. heer stadthouder ghoet gedocht heeft, omme enige goede consideratien, dat ic dese nacht soude reijsen. Tot welcken eijnde, alzoet nyet en was gelegen dat ic voor dese reijse u hebbe mogen spreken, ic u deese hebbe willen schryven, u dairvan adverterende, ende en twyfle nyet ghy sult u oic tot brussele vinden omme aldair nair myn despositie te vernemen, dairtoe ghy wel enige recomanddatie ende adsistentie sult vinden, hoewel ghy aldair onbekent bent, ende moocht met beyde myn susters dairop adviseren ; sult oie aldair mede brengen eenige behoeften voir my van clederen, hemden ende anders. Ic seynde u myn tabbart, hemden ende nachdingen wedero[m] met die twee boucken ende myn bonnet, zoet altans nyet en was gelegen yet met my te nemen. Ic bidde u hartelick dat ghy gheene swar Wilt dairom u hier nair reguleren, betrouwen[de] god den heere, sonder u te turberen, dat bid ic u hartelick, ghy en mocht my gheen liever dinck doen. U hier mede god den heere bevelende. Of ghy yet meer ghelts behoufde, dair legt een memorie int stuvet dair ic sitte, van de parthien die te ontfangen syn, sult die mogen besien. Dair leyt oic den rentebrief van de heer van Sprangers. Dairvan sonde doen maken copie en deselve copie over te leveren in handen van de commisarissen, houdende de principale by u. Martin sal u in als wel helpen, ende met u oic tot Brussele commen om u te helpen. Wilt myn zoon groeten, u lieve suster ende oic beyde myn susteren, die ic al te gader god den heere bevelen wille. Met haeste desen, donderdach sochtens. Groet my oic all den kinders ende wilt order stellen dat zy bewaert syn in u absentie. Uwe Jac. vanden Eynde. Op 16-4-1551 stellen diverse schepen, schouten en andere notabelen van Den Haag op verzoek van Jacob van den Eynden en Jan Franchoys van Bodeghem een 'certificatie' op ter verduidelijking van het Haags gewoonterecht inzake erfenis en naasting van goed ('t Hart en Fischer p. 58ff.). Deze twee beedigen op 15-6-1560 eenzelfde club die certifieert onder welke omstandigheden vrouwen en geestelijke personen in Den Haag vermogensrechtelijke handelingen mogen verrichten (idem, p. 89 ff.). Woonde eerst te Delft in ouderlijk huis, had echter ook boerderijen onder Rijswijk en Abtsrecht, een huis aan het Kerkhof Zuidzijde (nu Riviervismarkt) in Den Haag (gehuurd in 1561, gekocht 6-8-1567, sindsien continu bewoond). Verder beleend 24-1-1564 met Huis ten Dom aan de Vliet te Voorburg. Tenslotte eigenaar van een hus en grond in 'het kleine veentje' (nu Anna Paulownaplein) te Den Haag. Kocht op 23-4-1550 (OV 1978:618, 1962, 1977, 1970, 1995:40, 1978:618) verschillende stukken land van Maria Gerrits van Grevenrode, echtgenote van Guillaume Grant: ca. 1 morgen in Schipluiden, 9 morgen en huis in Rijswijk, helft van Heer Daneels Tiende in Maasland, 7 morgen in Wijk bij Heusden, een woning te Weer, ca. 7 morgen in Wijk, ca. 8 morgen in Warthuisen, ca. 7 morgen in Schipluiden, ca. 1 morgen in Rijswijk, en ruim 1 morgen op de Hille, Land van Altena (het laatste is na een process toegewezen aan Hendrik Goudt). Bezat ook 35 morgen wei- en hooiland van de Rotte tot de Coppelsche Venen in Hilligersberg (OV 1998:308). Aankopen in Waardhuizen zie ook GTMWNBB 1997:12. Met zijn vader Hugo en zoon Jacob ingeschreven (1552?) in Delft met een jaarrente bij het Oude Gasthuis, in dat jaar deels verkocht. Erft 1-10-1541 huis Bolgerstein in Rotterdam van zijn moeder (OV 1986:177), en 15-9-1541 land in IJsselmonde (OV 1985:210; regesten IJsselmonde, GA Rotterdam inv. nr. 1829). Woning in Voorburg met 19 morgen gekocht op 24-1-1565. Op 23-1-1578 wordt een akkoord tussen zijn erfgenamen gesloten. De zoons Jan (Johan) en Olivier erven het huis aan de Nieuwstraat achter de St Jacobskerk. In juni 1584 (RA 335:443 nr 183) nemen zij er een hypotheek op bij hun zuster Anna; op 2-11-1584 neemt Olivier nog eens een hypotheek op zijn helft bij Anna (RA 335:472); op 10-8-1585 (RA 336:49 nr 347) volgt Oliviers derde hypotheek bij Adriaen Schrevels, waarbij Johan als borg optreedt - Olivier betaalt hiermee een schuld wegens koop van wol, laken, zijde, fluweel en gerechtskosten. Op 6-2-1587 koopt Dirck van Sypestein, baljuw van Den Haag, het pand van Johan, Olivier en Catharina van den Eijnden wegens een schuld van 2700 pond. Op 25-6-1587 verschijnt Olivier nog om de verkoop te bekrachtigen (RA 336-239 nr 621). Diezelfde dag (336:238), op 13-7-1587 (336:310) en op 16-12-1588 lost Olivier delen van zijn schulden af (bij jonker Johan Coebel) met de opbrengst van de verkoop. Onder de nazaten van Jacob II moeten waarschijnlijk ook gerekend worden Maria, gehuwd met jonker Jan Frederik van Russel, en haar zusters Elisabeth en Margaretha, die voorkomen in een schuldbekentenis (NA Den Haag 27-10-1643, NA 39:341). Belening woning in Voorburg (overgegaan op zijn zoon Jacob) 24-1-1565 (OV 1986:361-2), ook grond daar (OV 1982:243). Erfde van zijn vader de helft van een leen van 13 morgen in Popswoude onder Ruiven (OV 1998:202), overgegaan op zoon Jacob, diens zuster Cornelia en uiteindelijk op Aelbrecht en diens zuster Cornelia. Voor de Grote Raad van Mechelen dienden talloze appels en processen inzake de gronden gekocht van Le Grand. Vermeldingen o.a. Delft 16-4-1550 (Scholvinck p. 154); 18-5-1549 (gedwongen verkoop door Le Grand aan Van den Eynde en Jan Franchois van Bodeghem, p. 306), 22-5-1557 (p. 328), 24-6-1551 (p. 312), 7-11-1553 (p. 321), 1-12-1554 (p. 324), 26-6-1560 (p. 336), 20-4-1563 (p. 339) 14-4-1564 (p. 341), 12-10-1566 (p. 344), 31-1-1568 (p. 348). Guillaume le Grand (die hem later overigens zal arresteren) namens zijn vrouw Maria van Greverode weduwe Willem Goudt wint uiteindelijk de processen tegen Jacob van den Eynde en zijn aangetrouwde neef Johan Francois van Bodegem, die Maria en hij ervan beschuldigden Maria’s land afgetroggeld te hebben (NL 2004:383). Verder (succesvol) appelant in een proces rond de erfenis van zijn tante Van Zijl (16-11-1555 en 10-4-1557, p. 326). Criminele sententien hof van Holland: 12 Maij tot 2 October 1568. Over het request van Dirck van Alkemade en Sasbout Beukelsz tot ontslag van Mr. Jacob van den Eijnden, advocaat, gevangen te Vilvoorden. (Navorscher 1894:322) Balen, p. 829, meldt dat Jacob, loontrekkende raad van Delft, met Jan Sabout, burgemeester, in 1555 ter dagvaart naar Brussel gaat voor de troonsafstand van Karel V. Op 25-4-1568 kreeg hij met andere Delfste hoogwaardigheidsbekleders door de stad Delft een jaarlijkse gift van een half vat 'goede Botters' (Nav. 1861:289). Een blijkbaar op 13-7-1519 (1549?) door Coenraat Duer (of Die Veer), Willem Goudt en Jacob van den Eijnde getekende rentebrief, goed voor 2 gulden, 18 stuiver en 9 penningen, wordt blijkbaar gekocht op 26-8-1553 door Heyndrick Beuckelaer en op 30-6-1584 verkocht aan Mr Anthonis Reyns, oud-procureur te Mechelen (RA Den Haag 335:439 nr 175). De rente wordt dan betaald door Jacob II van den Eijnden. Reyns verkoopt de rentebrief weer aan Lenaert Valck op 25-4-1610 (RA 356:131 nr V:353). Nog in 1620 moet er een proces lopen tegen zijn erfgenamen (ONA Rotterdam 126:302) aangespannen door jonker Hendrik van Bokhaeve van Werckendam en zijn vrouw Ida van Bouckhorst, overgenomen door de koopman Hugo Spiering, aangaande de heerlijkheid Vrouwenrecht. Dat proces lijkt in 1628 nog te lopen, als Willem en Elisabeth van Arkel en andere partijen in een proces tegen de erven Dirck van Bouckhorst (en o.a. Guillaume le Grant) afstand nemen van hun claims; voor de erven van Jacob van den Eynde en jonker Franchoijs van Bodegem treedt in Mechelen op Maximiliaan van Beckercke (NA Den Haag 11-9-1628, 7:505v). (Correpondentie van Willem van Oranje online:) Brief van Willem te Den Haag aan de magistraat van Dordrecht, 3-5-1561, Opdracht op 8 mei in Den Haag te zijn om het rapport van de landsadvocaat (den advocaet van tgemeen landt van Bruyssel gecomen) te horen inzake het consent van Holland, het slagturven, het proces tegen Wijk en andere zaken. (Nationaal Archief Den Haag, Staten van Holland voor 1572, 3, origineel; Bij nader onderzoek niet aangetroffen). Brief van Willem te Den Haag aan het Hof van Holland en Zeeland, 14-7-1565, Uiteenzetting over de procedure van het beschrijven van de Staten van Holland naar aanleiding van een particuliere beschrijving door de landsadvocaat en verzoek daarin te voorzien (Nationaal Archief Den Haag, Hof van Holland 381, f. 236 v-237 v, kopie contemporaine). Brief van Willem te Breda aan de Staten van Holland, 21-4-1567, Mededeling dat landsadvocaat Mr. Jacob van den Eynde uit zijn naam een verzoek zal indienen (Gemeentearchief Delft, Stadsarchief I, 13-1, f. 12 v, kopie contemporaine). Idem, aan Jacob van den Eynde, Mededeling dat hij wegens particuliere zaken naar Duitsland vertrekt en opdracht bij de Staten van Holland om een lening van 20.000 gulden te vragen(bron idem). | van den Eynde, Jonkheer Jacob II (I25977)
|
8137 | olieslager, keurmeester van 't hooi Machteld en Vranck wonen de eerste jaren na hun huwelijk aan het Noordeinde (O.Z.) te Delft bij de Haagpoort. Vranck wordt in 1578 vermeld als eigenaar van het huis aan de Noordeinde, dat leeg staat. In 1585 woonden ze aan het Oosteinde. Hij bezit enekele stukken grond te Delfgauw. 30-11-1618 maken ze hun testament, waar ze kloek en gezond van lichaam zijn 'naer haren ouderdom'. 27-05-1628 maakt Machteld als weduwe een testament. Ze is dan achter in de zeventig en redelijk gezond maar slecht ter been 'gaende op crucken' en woont bij haar dochter Annitgen Vrancken van Cralingen aan de Nieuwe Langendijk. Haar dochter Hilletgen, huisvrouw van Willem Martensz van capelle, bakker, krijgt het vruchtgebruik van de portie die zij ab intenstato zou hebben geerfd. De overige goederen worden gelijkelijk verdeeld. Hilletge en haar man worden uitdrukkelijk uitgesloten van enige bemoeiienis met de scheiding, deling, liquidatie of verkoop van haar goederen. | Gezin: Vranck Harpertsz van Cralingen / Machteld Leendertsdr van der Houve (F1513875263)
|
8138 | on Burgerlijke stand - Huwelijk Archieflocatie Nationaal Archief (Rijksarchief Zuid-Holland) Algemeen Gemeente: Den Haag Soort akte: Huwelijksakte Aktenummer: 130 Datum: 04-05-1836 Bruidegom Isaac Benjamin Wallagh Leeftijd: 27 Geboorteplaats: Breda Bruid Charlotta Wolff Leeftijd: 20 Geboorteplaats: Den Haag Vader bruidegom Abraham Benjamin Wallagh Moeder bruidegom Duifje Aron Vader bruid Eliazer Wolff Moeder bruid Rosetta Dondorp | Gezin: Isaac Benjamin Wallagh / Charlotta Wolff (F1513873605)
|
8139 | on Burgerlijke stand - Overlijden Archieflocatie Historisch Archief Westland Algemeen Gemeente: Monster Soort akte: Overlijdensakte Aktenummer: 87 Aangiftedatum: 04-09-1840 Overledene Nicolaas Johannes Zeeman Overlijdensdatum: 03-09-1840 Vader Adrianus Zeeman Moeder Cornelia Hoogstraten Partner Nadere informatie geb. Monster 19-05-1840, oud 3 maanden | Zeeman, Nicolaas Johannes (I84431)
|
8140 | on 3 jan 1867 on the South Atlantic Ocean on board of the fregatship Elisabeth. | Valkenhoff, Joanna Henrica (I70856)
|
8141 | onderdir. NV Hart Nibbring en Greeve Van 1-1-1961 tot 1966 vliegenier, luit. kolonel. Vestigde op 15 en 16 aug 1949 met een gloster Meteor straaljager het Nederlands snelheids- en hoogte record | Flinterman, Johannus Leonardus (I26437)
|
8142 | Ondertrouwd (1) 1764 te Meppel (DR), gehuwd voor de kerk 1764 te Meppel (DR) (NDG) met Marchien Catharina MEURSINGE, winkelierster, gedoopt (NDG) op 31-03-1745 te Meppel (DR) (getuige(n): Geesje van der Wolde), begraven op 21-04-1787 te Meppel (DR), dochter van Johannes (Jannes) MEURSINGE, baesbrouwer, en Elijzabeth ten WOLDE (van der Woude), winkelierster. | Gezin: Wolter Osting Hartsuiker / Marchien Catharina Meursinge (F1513869212)
|
8143 | Ondertrouwd (1) op 18-11-1787 te Meppel (DR), gehuwd voor de kerk op 19-jarige leeftijd op 05-12-1787 te Meppel (DR) (NDG) met Alberdina de VRIES, 21 jaar oud, gedoopt op 08-01-1766 te Meppel (DR), overleden op 22-02-1797 om 03.00 uur te Meppel (DR) op 31-jarige leeftijd, dochter van Jan Beerentsz de VRIES en Hilligje OSTINJEN. | Gezin: Johannes Woltersz Hartsuiker / Alberdina de Vries (F1513869214)
|
8144 | Ondertrouwd (1) op 30-07-1684 te Leiden (getuige(n): zijn oom Hendrik de Vos en haar bekende Grietje Gillis Bisschop), gehuwd 1684 te Leiden met Anna Barends, overleden te Leiden. | Gezin: Gilles Teunisz van Haarlem / Annitje van Baarendaal (F1513881027)
|
8145 | Ondertrouwd (2) op 02-11-1800 te Avereest (OV), gehuwd voor de kerk op 27-jarige leeftijd op 11-12-1800 te Avereest (OV) met Grietje Jans, geboren ca 1773 te Avereest (OV). | Gezin: Cornelis Hartsuiker / Grietje Jansdr (F1513868968)
|
8146 | Ondertrouwd (2) op 08-03-1789 te Meppel (DR), gehuwd voor de kerk op 53-jarige leeftijd op 10-04-1789 te Meppel (DR) (NDG) met Egberdina (Dina) JONGKINDT, 44 jaar oud, gedoopt (NDG) op 04-10-1744 te Meppel (DR), overleden op 31-03-1796 te Meppel (DR) op 51-jarige leeftijd, dochter van Joost Everts JONGKINDT en Jacomina TORTEL. | Gezin: Wolter Osting Hartsuiker / Egberdina Jongkindt (F1513869213)
|
8147 | Ondertrouwd (2) op 24-09-1797 te Meppel (DR), gehuwd voor de kerk op 29-jarige leeftijd op 29-09-1797 te Amsterdam (NH) met Jannetje VELDING, 23 jaar oud, geboren op 08-06-1774 te Amsterdam (NH), overleden op 24-05-1813 om 5.00 uur te Amsterdam (NH) op 38-jarige leeftijd, dochter van Jan VELDING en Hilletje Hendriks. | Gezin: Johannes Woltersz Hartsuiker / Jannetje Velding (F1513869215)
|
8148 | onderwijzeres | Slenderbroek, Klaasje Derkje (I62844)
|
8149 | Ontving bij deling van de hofstad te Clootwijck 10 morgen groot en goed in het land van Altena. Nam de naam Clootwijck aan. Hij bezat behalve het erfdeel van zijn vader, de Ridder Hofstede van Clootwijck, wel 70 morgen lands (60 bunder) groot, daar hy zijnen naam na aannam. -noch verscheidene andere goedren in het land van Altena. Deze adelijke hofstede is bij de St.Elizabethsvloed van 18 november 1421 geheel ondergelopen, en er zijn later slechts 54 of 55 morgen gronds daarvan weder bedijkt door Adriaan van Klootwijk Reijerszoon. zoals blijkt uit een Schepenbrief van Almkerk de dato 10 september 1534. De Hofstede Clootwijck kwam daarna in bezit van de familie Verschoor en werd pas in 1771 weer verkocht. voor 2240 Gulden aan Gerrit Ouwerkerk. | van der Merwede Van Clootwyck, Adriaen Danielsz (I15939)
|
8150 | Onwettig kind | van der Speck (Verspecke), Willem (I64482)
|