Stamboom Vennik

Print Voeg bladwijzer toe

Aantekeningen


Treffers 8,901 t/m 8,950 van 12,935

      «Vorige «1 ... 175 176 177 178 179 180 181 182 183 ... 259» Volgende»

 #   Aantekeningen   Verbonden met 
8901 Verbannen 1403 de Cuser van Oosterwijck, Heer Coenraad (I17144)
 
8902 Verdreef de legioenen van Nero uit Metz en Trier der West-Franken, Clodomir I (I81950)
 
8903 Verdronken van den Ende, Jan (I24192)
 
8904 Verdronken Flinterman, Hendrik (I26334)
 
8905 Verdronken Valstar, Jan Jacobus (I71786)
 
8906 Verdronken van Beveren, Sophia (I86813)
 
8907 Verkreeg toestemming van hertog Albrecht van Bavaria, de ruwaard van Holland om de Donjon bij Dussen te verstevigen en het te herbouwen tot kasteel. van der Dussen, Arent II (I21670)
 
8908 Verkrijgt leen nr.38 bij ol. van zijn vader Dirk Antonsz op 4-4-1571 en komt op zijn zoon Dirk Antonsz bij zijn ol.

f14 13-3-1603
Susanna SARVELS, wed. van Johan Matthijs geass. met Anthonis Adriaens van ABEEL haer voogd ende Jan Bastiaens als oud oom en bloedvoogd van de wees­kinderen. Thonis Dircks BOON 4 mrg. oost de wed. van Jan FUIJCK en west Willem Cornelis CROOCK.

f27 19-6-1605
Willem Cornelisz man en voogd van Hilligen Pieters, Claes Mer­tensz, Jan Aertsz STICHTER als bestevader van weeskind van Aert Jansz en Maritgen Pieters. Willem Dirricks als man en voogd van Anna Willems ende het wees­kind van Maritge Willems, won. tot Vlaerdingen, aen Jan Willems de BEST, 1 mrg lant. Oost erfgen. van Pietergen Huijgen en west Thonis Dircks BOON.

f63 12-11-1611
Maritgen Cornelis CROOCKEN geass. met Willem Cornelis CROOCKEN als broer en voogd. trans­port van 1/3 part in't Croockenweer (groot 8 mrg) is 2 mrg aen Peter Peters haere swager oostw.. Thonis Dircks BOON westw.. Pieter Wil­lems.

f76 26-6-1614
Sandrina van NESCH, wed. van Pieter Anthonis van NESCH, geass. met Dirrick Reijnerts burgemr. van Schoonhoven, voogt als oom, aen Claes Pieter ende Jan Claes zijn soon te Tienhoven (erfgen.) 9 mrg 2 h te Langerak. oostw.. Thonis Dirricks BOON, westw.. Jan Joosten.

f92 13-5-1616
Helmich Adriaens won. Nieuwpoort man en voogt van Neeltgen Cornelis aen Cornelis Cornelis zijn swager 4 mrg.
Cornelis Cornelis te Langerak aen Thonis Dircks BOON sijn hvr. vader 5 mrg. westw.. Thonis van ES.

f94 2-11-1616
Cornelis Adriaens won. Puderoijen als man en voogt van Cuniere Jans, erfe­nis komt van zijn hvr. moeder, aen Dirck Jans FUIJCK zijn schoon­broer 4 h. oostw. de wed. van Thonis de HEER, westw.. Thonis BOON.

f99 14-6-1617#
Aellert Aerts man en voogt van Anna Jans, won. Giessen in't land van Altena tr. aen Dirck Jans FUIJCK sijn schoonbroeder 4 h = 1/12 part van 8 mrg. oostw.. de wed. van Thonis de HEER, westw.. Thonis BOON.

f105 11-8-1618
Cornelis Cornelis (de GRAEFF) won. Nieuwpoort man en voogt van Trijnt­ge Jans FUIJCK aen Dirck Jans FUIJCK sijn swager 1,5 mrg afkomstig van sijn hvr. vader, totaal 8 mrg. oostw.. wed. van Thonis Cornelis de HEER, westw.. Thonis BOON.

Verkrijgt leen nr.38 bij ol. van zijn vader Dirk Antonsz op 4-4-1571 en komt op zijn zoon Dirk Antonsz bij zijn ol.

10-8-1624 f112#
Corstiaen Thonis, Willem Jacobs man en voogd van Geertghen Thonis, Jan Cornelis van MEERPELT man en voogd van Weijntgen Thonis, Cornelis Pieters man en voogd van Marritge Thonis, Aelt Aerts (als vader) en voogd ende Thonis Gerrits als voogd van Eechtgen Thonis incovente dochter, gesamelijc­ken kinderen van Thonis Willems (SMIT) en Marritge Corss ende Jan Thonis BOON met Cornelis Corneliss man en voogd van Eechtgen Thonis (BOON), jegens hare andere broeders en zusters te lote gevallen het gedeelte van Swaentgen Thonis haer luijden moeder (die getr. was met Thonis Dircks BOON) alle erfgen. van Thonis Willems zalgr.

8-6-1628 f51
Gerrit Thonis Boon, over 20 jaar oud, grootvader Dirck Claes en Corstiaen Thonis, zijn bloedvoogden broer Dirck Thonis Boon, ter eenre, Thonis Wil­lemse en Joost Thonis, grootva­der en oom van Thonis Dircks nagelaten wees­kinderen van Swaentge Thonisse.

f177v 10-12-1628
Comp. Ghijsbert Jans won. op Jaersvelt als man en voocht van Hillit­gen Jans de BEST, transp. aen Dirrick Jans de Best sijn schoonbroeder 1 mrg lants in een weertje van 4 mrg 4,5 hont genaempt Dirrick Claes­weer, oostw. Pieter Adriaens westw. de kinderen van Thonis Dirricks BOON.

Leen op 38 5-7-1638 door Jan Antonsz Boon aan zijn neef Anton Dircksz bij dode van zijn vader Dirck Antonsz, La.WK.2 f100 jan. 1646, RA.25 f191 13-11-1643, f196 eind 1643

[N.A. ora Langerak 8 fol.s.f.] rechtdag 28-5-1649. Jan Thonis Boon, eijser contra Balt Gerrits Uijl, gedaegde. De eiser verlangt betaling van 13 gld. 10 st. over de pacht van de fruitbomen bij de gedaagde van hem gepacht op het weer van Thonis Dircksz. Boon. De gedaagde wordt veroordeeld tot betaling binnen 2 maanden van de verlangde som.

Lenen te Langerak:
22. 1 morgen (1600: in het Zijlweer), boven: Dirk Antonsz., (1583: Anton Dirksz.; 1600: Dirk Boon Antonsz.; 1639: Anton Dirksz. C.S.), beneden: Gerard Willemsz. (1583: diens erven 1600: de Zijl en de Zijlvliet en Anton Smit Willemsz.; 1639: diens erven) (1600: met een opperkamer c.a. ten westen van de huizing in het weer, waar Anton Dirksz. (1621: Dirk Boon Antonsz. en Zwaantje Anton, zijn moeder) op woont, 0.: Jan die Best Willemsz. en Nikolaas Dirksz. (1621: erven Jan die Best: 1639: Adriaan Alblas Bastiaansz.), w.: Anton Dirksz. met het Zijlweer (1621: diens weduwe en kinderen: 1639; Gerard Boon Antons met het Smalweer).
7-7-1562: Dirk Boon Antonsz. bij opdracht uit eigen, 58 fo. 14 en Asperen.
13-6-1583: Anton Dirksz., 58 fo. 14.
1-4-1600: Dirk Boon Antonsz. bij verzuim, 58 fo. 14-15.
5-7-1621: Dirk Boon Antonsz. bij dode van Anton, zijn vader, 58 fo. 15.
4-2-1635: Dirk Boon Antonsz. met ledige hand, 58 fo. 15v.
14-5-1639: Anton Boon Dirksz. met Anton Willems, zijn grootvader, bij dode van zijn vader, 58 fo. 16. 
Boon, Theunis Dirksz (I11312)
 
8909 Verloofd met Eduard Douwes Dekker (Multatuli)
http://www.dbnl.org/tekst/mult001mdou03_01/mult001mdou03_01_0005.php

Eduard Douwes Dekker (Amsterdam, 2 maart 1820 - Nieder-Ingelheim, 19 februari 1887) was een Nederlands schrijver en vrijmetselaar, bekend onder het pseudoniem Multatuli.

Eduard Douwes Dekker werkte als ambtenaar in Nederlands-Indie (het tegenwoordige Indonesie), waar, toen hij er op negentienjarige leeftijd aankwam, naar eigen zeggen zijn 'ziel ontwaakte', maar waar hij ook de vele wantoestanden zag onder verantwoordelijkheid van het Nederlandse koloniale bewind. Zijn bekendste werk is de kaderroman Max Havelaar, waarin hij - op basis van zijn eigen ervaringen - de behandeling van de plaatselijke bevolking door Nederlandse en Nederlands-Indische bestuurders aan de kaak stelde. In dit boek koos Dekker het pseudoniem Multatuli, Latijn voor 'ik heb veel (leed) gedragen' (multa tuli) en een verwijzing naar een beroemde passage uit de Tristia van Ovidius.

Multatuli overleed in Nieder-Ingelheim (Duitsland).

Carolina Johanna Versteegh,1822-1864, dochter van Johannes Martinus Versteegh, suikerfabrikant te Djatie-Rongo (Semarang). In 1841 werd Douwes Dekker te Batavia verliefd op haar. Via pastoor J.H. Scholten laat Caroline weten dat zij `genegenheid' voor Douwes Dekker voelt. Weldra blijkt dat zij en haar vader wel duidelijke voorwaarden stellen: hij moet matigen in het geld uitgeven, hij mag geen `klappen' uitdelen, en... hij moet rooms-katholiek worden. Vooral dat laatste is voor haar vader erg belangrijk. Ook laat haar vader zich nauwgezet inlichten over Douwes Dekker's gedrag in Batavia. Op 14 juni bedankt Caroline hem hartelijk voor een haar geschonken ringetje, op 28 augustus ontvangt Douwes Dekker het Vormsel. Op 8 oktober van dat jaar waarschuwt Caroline hem dat de berichten die ze uit Batavia over hem ontvangen, niet gunstig zijn. Douwes Dekker wordt gewogen en - ondanks zijn katholieke doop -, te licht bevonden.

Volgens Mimi schreef vader Versteegh op 24 augustus l842 de officiele afwijzing: Caroline's hand werd Douwes Dekker `om verschil van karakter' geweigerd. Douwes Dekker is verslagen. Later zou hij beweren dat zijn bekering tot het rooms katholicisme oprecht was geweest. 
Versteegh, Carolina Johanna (I76701)
 
8910 Vermeld 1448, 1464 en 1482. Hij vestigde zich te Alkmaar.
Het enige aangaande deze Dirk van Foreest, is een appointement van het Hof van Holland d.d. 30 april 1464, waarin hij voorkomt als getrouwd met een dochter van Pieter Jordynsz. Slaat men op fol. 92 van no 466 van het archief van het Hof van Holland, berustende in het Algemeen Rijksarchief, dan zal men daar bedoeld appointement vinden onder het opschrift: "Roerende Pieter Jordynst. ende Dirck van Foreest eysschers contra Dirc, Jan, jonge Clais ende andere hore medegeselle verweerers". Uit het stuk zelf blijkt, dat omtrent XXIII jaren geleden Pieter Jordynsz. gekocht en betaald had van Lijsbeth Vechters dochter vier maden land in de ban van Spaerwoude, "welc landt die voirs. Pieter Jordynsz. voir ende Dirc van Foreest, zijnre dochter man voirn., na, dien hij dat mit sijnre dochter te huwelicke gegeven heeft, rustich ende vredich beseten hebben den voirs. tijt van XXIII jaren". Dirk’s huwelijk zal dus wel op omstreeks 1450 zijn te stellen. 
van Foreest, Dirk (I26733)
 
8911 vermeld als pachter van grafelijke goederen te Dixhorne (Dijkshoorn) en op Woutharnas (1354-1356) Claes Toude Aerntsz (I495)
 
8912 Vermeld in een oorkonde van 1108, waarin hij samen met de graaf en burggraaf Halewijn I van Leiden getuigt voor de bisschop van Utrecht.
Alias*: Dudo de Furneholt
Zoon: Kerstant van Raephorst*
Vermeld 1101-1130. Uit het "Oude register van graaf Florins" van omstreeks 1282 valt op te maken, dat hij in het bezit was van het veer over de Rijn, ter plaatse van de huidige brug Het Haagse Schouw, oudtijds genaamd Doedinxvere, en Schouw van Duivenvoorde. Nu staat echter vast, dat dit leen in oorsprong groter is geweest dan blijkt uit de optekening van omstreeks 1282. Er bestaat namelijk een oudere omschrijving van het leen die mededeelt, dat het leen omvatte "die vere twische des Rijnsover ende Zwadenburdamme", d.w.z. het veerrecht op de Rijn tussen Katwijk en Zwammerdam.Met andere woorden; Doede moet het veerrecht hebben bezeten over heel het Hollandse gedeelte van de Rijn. Een dergelijk bezit stempelt de eigenaar tot een belangrijk heerschap. Dit valt nog te illustreren met het feit dat over hetzelfde gebied van de Rijn het tolrecht vanouds in handen was van de burggraaf. Beide rechten zijn afgeleid van het landsheerlijke stoomregaal. Het belang van het Doeninxveer blijkt eveneens uit een aanslu

Teylingen te Voorhout
De eerste burchten in Nederland waren rond. Vele waren ontstaan uit een motte, die er uitzag als, nu nog steeds, de burcht van Leiden. Teylingen lijkt echter een gewone ronde waterburcht te zijn, die dateert uit het begin van de dertiende eeuw.
Het slot bestond aanvankelijk uit een donjon en een poorttoren met traptoren. Deze gebouwen waren verbonden met een hoge bakstenen ringmuur van ongeveer 7 meter hoogte, met een weergang op bogen. Het geheel lag in een cirkelvormige gracht. De voorburcht lag op een apart terrein voor de burcht, dat ook omgracht was. In latere jaren werd de donjon vervangen door een in de ringmuur opgenomen torenvormig bakstenen woongebouw, dat enkeleverdiepingen hoog was.
Het slot werd hier gesticht ter bewaking van de Rijndijk en de weg naar Haarlem aan de rand van de toenmalige bestaande bossen. Er is wel erg veel fantasie voor nodig om deze situatie in gedachten op te roepen als jeje op het terrein van de huidige burchtruine bevindt!
De huidige burchtruine heeft een diameter van circa 37 meter. Aan de noordzijde bevindt zich het poortgebouw. Tegen de muur aan de oostzijde is het hoofdgebouw opgetrokken, dat nu nog een hoogte heeft van circa 19 meter. Aan de binnenzijde is de breedte daarvan ca 16 meter, aan de muurzijde circa 24 meter. De diepte van het hoofdgebouw is ongeveer 11 meter.
Een ander Teylingen, dat Oud-Teylingen heette, maar later Lokhorst werd genoemd, heeft gelegen bij Warmond. Oorspronkelijk werd Teylingen bewoond door de Heren van Teylingen, maar het begin van de geschiedenis van Teylingen ligt nogal in het duister. Alspoedig echter verviel het slot aan de graven van Holland. Zij maakten van Teylingen de ambtswoning van de houtvesters van Holland.
De bekendstebewoner van Teylingen was wel Jacoba van Beieren, die het slot ook als houtvester bewoonde. Vooral gedurende de laatste dagen van haar leven, woonde ze op Teylingen en overleed er in 1436. Aan haar herinneren nog de specifiek gevormde Jacobakannetjes uit de Middeleeuwen, die veelvuldig bij opgravingen in slotgrachten worden gevonden.
Kasteel Teylingen kreeg het in de Tachtigjarige oorlog zwaar te verduren. Vooral in de beginjaren van deze oorlog werd het slot tijdens gevechtshandelingen zwaar beschadigd. Omstreeks 1614 werd het kasteel niet meer opgeknapt, maar men bouwde op de voorburcht een gerieflijker onderkomen. Het werd een paleisachtig gebouw, dat we kennen uit een anonieme pentekening uit 1724. Ook werden rond het kasteel en het nieuwe woongebouw kasteeltuinen en een park aangelegd. De verdedigbaarheid van de burcht was in die tijd niet meer nodig. Men ging het accent leggen op een prettige bewoonbaarheid. Die voorgebouwen werden overigens omstreeks 1800 gesloopt.
Toen dan ook in 1677 de donjon opnieuw grote schade opliep, ditmaal dooreen brand, liet men de woontoren niet meer opknappen. Sindsdien verviel Teylingen steeds meer tot de ruine, zoals we die nu kennen. Dat we de ruine nu nog kunnen bewonderen, komt omdat bij een verkoop omstreeks 1800 bepaald werd dat de donjon met de ringmuur niet gesloopt mocht worden. Er werden steeds meer gronden rond de kasteelruine verkocht, totdat er voor het kasteel nog maar een klein gedeelte overbleef.
In 1888 werd de ruine het eigendom van de Nederlandse Staat en kwam hetop de monumentenlijst te staan, zodat de ruine van Teylingen geconsolideerd kon worden. Dank zij de oprichting van de Stichting Slot Teylingen in1975 werd de ruine en haar omgeving sterk verfraaid. De stichting zorgdeer voor dat er met steun van het Rijk weer enkele gronden in de directe nabijheid van de slotruine konden worden aangekocht, zodat Teylingen nietmeer op een zo beperkt terrein stond. Verder zorgde de stichting er voordat de slotgrachten opnieuw werden uitgegraven en dat er een nieuwe toegangsbrug werd gemaakt. Daarom is de ruine van Teylingen nu een sieraad inde bollenstreek.
Slot Teylingen kan worden bezichtigd. Teylingen ligt in de gemeente Voorhout dicht op de grens en ten noordwesten van de gemeente Sassenheim. De ruine is het gemakkelijkst te bereiken door vanaf de afslag Noordwijkerhout op de A44 in de richting van Noordwijkerhout te rijden. De ruine van Teylingen bevindt zich dan – voorbij het kruispunt met de N208 (naar Lisse) – aan een zijweg links van deze weg, direct na het verlaten van het dorp Sassenheim.

Voorhout
Eeuwenlang was Voorhout met haar bebouwing een speldenknop op de landkaart.In 1988 vierde Voorhout op grootse wijze haar 1000 jarig bestaan.Historici zijn echter niet eensluidend over het jaartal 988.De een spreekt over het Voorhout van voor 989,anderen over 1064 of zelfs 1083.Feit is dathet dorp,ook wel Foranholte genaamd,beschikte over een groot en weids bebost gebied.Het strekte zich al vroeg uit van Lisse tot Rijnbrug/Oegstgeest en van Katwijk,Noordwijk tot Sassenheim. Qua oppervlakte kon het wedijveren met Leiden.Het gebied was zeer schaars bewoond; er waren slechts een paar honderd Voorhouters,voornamelijk landarbeiders.Van een dorpscentrum was beslist geen sprake.Deze ontwikkelde zich pas in eind 1800.
Volgens evangelische aantekeningen van de abdij van Egmond schonken op 6mei 988 Dirk II , een van de Hollandse graven , en zijn gemalin de kerk van Voorhout aan de abdij. In 1064 zou in een open brief aan Keizer Hendrik IV over een kerk en kapel in Voorhout gesproken worden. De uit tufsteen opgetrokken christelijke kapel werd toen met de Heerlijkheid Foranholte aan het bisdom Utrecht geschonken. Twaalf jaar later werd de parochieVorenholte bij de abdij beleend. Als dochterkerk behoorde ook Sassenheimonder Voorhout, In 1083 bevestigde graaf Dirk V in Flandria de schenkingsoorkonden van zijn voorvaderen
Bekende adellijke geslachten kwamen in de vroege middeleeuwen voor in het toen beboste Voorhout. Al in 1283 zien we de adellijke families Nagel, Boekhorst en van Teijlingen. Onder de Nagels trof men ruim twee eeuwen lang schouten. In de ambachtrekeningen van Voorhout van 1459 is al sprake van”Jan Naghels voor die bregge”.De huidige Nagelbrug is overigens niet de oorspronkelijke.Deze lag over de Dinsdagse Wetering, de waterwegverbinding tussen Noordwijk, Sassenheim en Warmond, een honderd meter terug. In de volkstaal noemde men de oude in 1967 gesloopte Nagelbrug wel deLage of Oude Schoolbrug. De Hoge of Nagelbrug is in 1657 voor fl.195.- tegelijk met het graven van de Haarlemmertrekvaart,gebouwd. Uit die periode stamt ook de in 1971 gesloopte herberg en regthuis De Bonte Koe.
Aan het einde van de twaalfde eeuw woonde op het slot Teijlingen het aanzienlijke geslacht van Teijlingen. Heer Willem overleed in maart 1244. Voor zover bekend liet hij vier kinderen na. Bijna veertig jaar later overleed Willems zoon Willem. Het slot en de andere leengoederen vervielen aan de graaf van Holland en aangezien de overledene kinderloos was,was ergeen opvolging. Floris V schonk daarop het huis Teijlingen aan de weduwevan Heer Albrecht van Voorne. Een kleindochter van de graaf, de welbekende Jacoba van Beieren vestigde zich in 1428 op Teijlingen. Jacoba overleed acht jaar later.
Naast Teijlingen kende Voorhout in de veertiende eeuw het slot Boekhorstburg of ook wel Boekenburg genoemd.Nadat Jan van der Boekhorst in 1400 overleed ontving zijn zoon Jan Florisz. Het slot en bijbehorend land ter grootte van bijna 181/2 morgen (ca 16 ha) en twintig gaarden. In 1468 kreeg hij de onderscheiding “Het recht van zwanendrift” ( recht tot het houden van zwanen ), tot de franse revolutie slechts voorbehouden aan de adel. Het oorspronkelijke Boekhorst is bij een laatste oplaaien van de Hoekse en Kabeljouwse twisten verwoest. Er werd een kleiner huis gebouwd, waarvan het twijfelachtig is of de eigenaars er ooit in hebben gewoond.Daarnaast kende Voorhout enige grote hofsteden, zoals de Hooghkamer en Oosthout.
De bewoning was eeuwenlang schaars. De abdij beschikte hier in 1339 wel over een aantal huizen. Rond de vijftiende eeuw telde men veertig haardsteden en 160 communicanten. 29 gezinnen betaalden belasting. De anderen waren arm of edel “die niet en geven”. Tijdens de Franse revolutie telde Voorhout niet meer dan 331 inwoners, voornamelijk Katholiek. Na de beeldenstorm van 1566 kerkten zij te Sassenheim. Doordat er weinig Hervormden voor bestuursfuncties waren, bleven deze functies veelal in Katholieke handen. In 1795 kwam aan deze vorm van bestuur met schout en schepenen een einde. Het ambacht en de heerlijkheid Voorhout werden opgeheven en het Liberte, Egalite en Fraternite volgden. Voorhout werd een gemeente. Twaalf jaar later verdween de Franse overheersing, Voorhout werd opgeheven en tot1818 bij Sassenheim gevoegd. Toen kwam Voorhout weer op eigen benen te staan. De gemeente telde 400 inwoners.
Na jarenlang de Katholieke kerkgang in Sassenheim gedoogd te hebben, ontstond in 1856, na bijna 300 jaar, weer een Voorhoutse parochie: De Heilige Bartholomeus. De Hervormde kerk verkocht voor fl.1700.- het oude gedeelte van de kerk aan de Katholieken . In de periode is de buitenplaats Schoonoord gebouwd en weer gesloopt. Zij moest plaats maken voor het seminarie Hageveld . Na het vertrek van de priesters diende het beeldbepalende pand aan de Leidse Vaart tot het eind van de jaren zeventig als Bisschoppelijke Nijverheidsschool. Nieuwbouw voor de inmiddels in KTS omgedoopte school volgde, zodat het oude pand gesloopt werd. De KTS schreef op 22 maart 1991 haar 10.000ste leerling in.
Door een te kleine gemeenschap werd in 1860 ( tot 1920 ) het burgemeesterschap verenigd met dat van Oegstgeest. De vooruitgang ging ook aan Voorhout niet voorbij. De bevolking groeide in 1880 langzaam naar ongeveer 1100 inwoners.Ook ziet men aan het einde van de negentiende eeuw de opkomst van de bloembollencultuur. Hooggelegen gronden werden afgegraven. Na een start met 61 ha groeide het binnen twintig jaar tot 170 ha, wat bij42 kwekers in gebruik was. Rond 1940 bereikte men ongeveer 245 ha. In het bloembollenseizoen trekt op de laatste zaterdag van april het bloemencorso door de streek. Zij volgt de route van Noordwijk naar Haarlem en doet daarbij ook Voorhout aan. 
van Voorhout (Foranholte), Doede (I78736)
 
8913 Vermeld te Ouderkerk a.d. IJssel o.a. 1455 des sonnendaghs na St. Bonifaes (8 juni). Gherijt Voppensz (I782)
 
8914 Vermeld te Ouderkerk a.d. IJssel. Hij is geld schuldig 1476, 1479, 1482, 1485, 1487 en treedt in 1477 op als voogd voor de prior van den Donc (klooster bij Brandwijk). Op 08.02.1495 is er sprake van een rentebrief, die zijn voorkinderen hebben, sprekende op het land waar hun vader nu woont. Met zijn vrouw Marken koopt hij op 21.02.1507 2 1/2 morgen 1 1/2 hond in de Geer t.b.v. hun 2 jongste kinderen Kersien en Merken, is op 26.10.1514 geld schuldig aan zijn zoon Gerrit en eveneens in 1517 samen met zijn zoon Hoen aan zijn andere zoons Gerrit en Jan. Hij schenkt op 08.05.1521 samen met zijn vrouw Maritghe aan hun dochter Machel, Adriaen en Kers hun zonen, ieder 7 hond land voor hun arbeidsloon dat zij verdiend hebben. In 1526 is er sprake van de erfgenamen van Snoeyen. Snoey's zoon Jan uit het eerste huwelijk wordt vermeld in 1526 als welgeboren man Snoey Gherritsz (I2076)
 
8915 Vermeld vanaf 7 Sept. 1390. Verkoopt het huis Velsen c.a. aan zijn neef Gijsbrecht van Nijenrode (doch met behoud van de manschap en de kerkgift) op 21 Juny 1391. Wordt als heer van Haamstede in alle handvesten en brieven bevestigd door hertog Albrecht op 13 Apr. 1399 en door hem aangesteld tot burggraaf van Zeeland in 1400. Voert herhaaldelijk ook de titel van heer van Montigny.Wordt opgeroepen tot deelname aan het beleg van Hagestein op 22 Oct. 1405. Door hertog Willem VI benoemd tot baljuw van Zierikzee op 22 Apr. 1409. Doet afstand van zijn recht op Waterland aan Willem VI op 17 July 1410. Wordt beleend met de halve heerlijkheid van De Lier en Zouteveen wanneer zijn broer Jan III in het klooster te Zeelheem intreedt op 30 Nov. 1410 (en tocht zijn echtgenote daaruit 2 Dec. 1410). Wordt ook burggraaf van Dreischor op 12 Juny 1411 en dijkgraaf van de Noord- en Oostzijde van Schouwen op 8 Apr. 1412. Belooft vrouwe Jacoba als landvrouwe te zullen huldigen op 15 Aug. 1416. Valt als Hoek in onge van Haamstede, Burggraaf Floris III (I29832)
 
8916 Vermelding 1752:
gezworene van Pijnacker

Vermelding 1755:
gezworene van Pijnacker

Geloof: ned.ger.. 
van Groenheijde, Bruijn Ariensz (I29580)
 
8917 Vermelding: 1:
het overlijden van claesje is niet met zekerheid te bepalen maar zal zeer waarschijnlijk wel in augustus 1749 te maasland (zh) plaats gehad hebben .
op 16 december 1736 was zij nog getuige bij de doop van een kleinkind (dtb overschie). haar overlijden is niet te pijnacker gevonden . mogelijk is zij naar maasland naar haar aldaar wonende dochter cornelia vertrokken. het begraafboek van pijnacker (dtb pijnakcer 13) vermeldt dat op 6 november 1749 (dat is tweeen halve maand nadat op 27 augustus 1749 te maasland een claesje cornelis vermeer is begraven) een graf overgeboekt werd op naam van bruijn groenheiden . hieruit kan men cocluderen dat het familiegraf op haar naam stond maar omdat zij elders begraven was het op naam van haar zoon bruijn gezet werd

Vermelding: 2:
not. arch. delft 2533 d.d 17 september 1721 :
testament van arijen cornelis. groenheijde, bouwman en claesge cornellis. vermeer echtelieden, wonende te pijnacker. de langstlevende is universeel erfgenaam. in plaats van de legitime portie krijgt ieder kind bij meerderjarigheid een uitzet en fl3 de langstlevende is voogd en na het overlijden van die : arij arijaents. van der beeck en cornelia jacobs van ruijven

Vermelding: 3:
o.r.a pijnacker 63 (boelhuisboeken), d.d 15 april 1724 :
openbaring veiling aan 't dorp ten huize van claasie cornelisse. vermeer, weduwe van arij groenheijden. o.a verkocht : 25 koeien, 5 vaarsen, 6 hokkelingen, 5 kalveren, 3 paarden, 3 wagens, 1 sjees, 1 kar, 1 windmolen, 1 ploegeg, 1 eg

Vermelding:
o.r.a pijnacker 21, f. 253v d.d 10 mei 1724
comp. claesje cornelis vermeer wed. van arij cornelisse groenheijde , geass. met arij van der beek en cornelis van ruijven, transp. aan pieter zijbrants. suijderhouck een woonhuis en erf, te verongelden voor 150 roeden, gelegen in het dorp pijnacker achter de kerk, voor fl 910,-

Geloof: ned. ger.. 
Vermeer, Claesje Cornelis (I75902)
 
8918 Vermelding: 1:
r.a pijnacker 42 d.d 3juli 1704
arij cornelis groenheijde wint de gifte van een woning etc. met 1 hont land, gelegen bij de kerk van pijnacker , zoals hij het gelocht heeft van adam en martijntje jacobs

Vermelding: 2:
not. arch. delft 2533 d.d 17 september 1721 :
testament van arijen cornelis. groenheijde, bouwman en claesge cornellis. vermeer echtelieden, wonende te pijnacker. de langstlevende is universeel erfgenaam. in plaats van de legitime portie krijgt ieder kind bij meerderjarigheid een uitzet en fl3 de langstlevende is voogd en na het overlijden van die : arij arijaents. van der beeck en cornelia jacobs van ruijven

Vermelding: 3:
Tot 1704 woonde hij mogelijk te
Kethel. In 1697 liet hij er een kind dopen en op 19 dec. 1703 was hij getuige bij een insinuatie,
gedaan te Kethel door een Schiedamse notaris.5
5 Not. Arch. Schiedam 810, f. 94, d.d. 19-12-1703.

Geloof: gedoopt (ned. ger.). 
van Groenheijde, Ary Cornelisse (I29579)
 
8919 Vermoedelijk de zoon van Gijsbert Rietveld en Maayke van den Dool Rietveld, Gijsbert Gijsensz (I99427)
 
8920 Vermoedelijk heeft Maria een dochter Gilla Plashart Eekhout gehad die omstreeks 1816 te Rijswijk is geboren en op 10-10-1849 te Den Haag is getrouwd met Gerrit Becker
Vermoedelijk heeft Maria een zoon Pieter Eekhout gehad die omstreeks september 1821 te Rijswijk is geboren en op 7 mei 1822 in Delft is gestorven. 
Eekhout, Maria Gerritsdr (I22272)
 
8921 Vermoedelijke zoon Gijsbert Gijsensz Rietveld Gezin: Gijsbert Herbertsz Rietveld / Maayke Claasdr van den Dool (F1513871216)
 
8922 vermoord von Leitner, Freddie (I44570)
 
8923 Vermoord door graaf Everhard van Saksen van Haithabu, Gudrod Haraldson (I30329)
 
8924 Vermoord door zijn zoon Chloderic van Keulen, Sigeberts I (I39367)
 
8925 Verslagen door Hendrik VII (Rozen oorlog) Market Bosworth van York, Richard III (I85762)
 
8926 Verstrooid Hartsuiker, Dirk Johan Antoon (I31266)
 
8927 Vertaler/Tolk Bickes, Johan Gerard Lodewijk (I8941)
 
8928 vervener;grutter Horstra, Egbert Teelensz (I35953)
 
8929 Vervolgens zien we een tweede Reinier van Heemstede die in aktes van de jaren 1315 - 1323 genoemd wordt; hij werd op het laatst van zijn leven nog tot ridder geslagen. van Heemstede, Ridder Reinier II (I32302)
 
8930 Vice President van de Rechtbank te Utrecht, later te Rotterdam van Voorthuizen, Theunisje (I78905)
 
8931 Vierschaar is een oud woord voor rechtbank. Er werd oorspronkelijk mee bedoeld: een door vier scharen ?(dat is: banken)? ingesloten ruimte, waarbinnen de rechters plaatsnamen. Iemand die voor de vierschaar moest komen, was dus iemand die voor de rechter?(s)?, voor de rechtbank moest verschijnen.

Dirk is beleend met 'die Specken' en twee morgen daarbij op 8 mei 1418. Hij is Leids poorter en is betrokken bij de onregeldheden in dei stad in 1419 aan Kabeljauwse zijde. De oorsprong van de twisten dateren al uit de helft van de 14e eeuw en gaan over de vraag wie de kinderloos overleden graaf Willem IV van Holland moet opvolgen. Vanaf 1417 gaat de strijd tussen de voor- (Kabeljauwen) en tegenstanders (Hoeken) van Bourgondie. In dat jaar volgt Jacoba van Beieren haar vader Willem VI op, maar zij maakt de fout te eenzijdig op de Hoekse partij te steunen. Haar oom, de niet-ingewijde bisschop van Luik, Jan van Beieren, laat dan ook zijn aanspraken op de macht in Holland gelden en kiest partij voor de Kabeljauwen, die in drommen naar hem overlopen. In 1418 verovert Jan van Beieren Rotterdam met Kabeljauwse hulp en in 1420 Leiden, welks burggraaf Filips van Wassenaar aan de Hoekse kant staat. Dirk maakt als man van Jan van Beieren met andere edelen op 11 september 1420 deel uit van de vierschaar van Kenn

DIRCK wordt in 1461 vermeld in Rijswijk, mogelijk dezelfde persoon als DIRCK FLORISZ van der Speck, 07-08-1479 beleend met TER SPECKE "waarvan hij de helft die dag opdroeg ten bate van DANIEL ROELOFS van ALPHEN en de andere helft 10 aug daaropvolgend ten bejoeve van zijn zoon FLORYS DIRCXZ". 
van der Speck (Verspecke), Dirck Dirxsz (jonge Dirck) (I64448)
 
8932 Voer maar kort op zee,daarna rechtenstudie begonnen en in 1647 afgestudeerd, voer echter kort daarop weer even op zijn vaders schip,in 1653 benoemd tot kapitein van het landleger Tromp, Harpert Maartensz (I69782)
 
8933 Voogd van Paulus Franciscus Maria Jozef Versteegh Cuypers, Josephus Theodorus Joannes (I93723)
 
8934 Voor haar huwelijk kreeg Pleuntje een zoon, waarvan de vader 'naar de moeder segt' Jan Trossel heette en die naar 'familie-overlevering' zowel een student als een zigeuner geweest kan zijn van der Krogt, Applonia (I42245)
 
8935 Voorburg, deceased Catharina Wilhelmina Frederika Versteegh-Van Der Ven, widow of Mr. H.Versteegh, old 86 years van der Ven, Catharina Wilhelmina Frederika (I73960)
 
8936 Voordat Cornelia Amze met Cornelis Vennik in het huwelijk trad, liet zij bij de notaris in Alkmaar een verklaring opmaken: "Ik ondergetekende, Cornelia Amze, verklare dit mijn volkomen wille te wezen voor eerst mijn goed getaxeerd zijnde op 600 guldens beneven al dat ik met het overlijden van mijn moeder staat te erve, zal ik, ingeval de bruidegom eerst komt te sterven, weder na mijn mogen nemen en zal daartoe uyt zijn goed tot een donatie trekken en genieten van 100 gulden. En ingeval de bruidegom de langstlevende quam te werde, dat zal alsdan mijn aangebrachte goederen wederom zullen devolveren aan voorsoon Cornelis Schuijt of aan mijn naaste vrinden bloeden en geslachten als daar in leven zijnde zonder dat hij bruidegom daarvan eenig goede soude mogen eysseren alleen een donatie van 150 gulden. En zullen de goederen van mijn zoon, indien dezelve komt te overlijden niet mogen gaan aan vrienden van mijn zoons vader, maar aan mijn naaste vrinden die dan in leven zijn." Cornelia Amze, Castricu

Omschrijving der goederen van Cornelia Amze, te Castricum, haar bezit:

Veertien diverse vrouwe rokken.
Tien paar vrouw mouwen.
Vier onderborstrokken.
Twintig ondermutsen.
Vier tafellakens.
Acht tukmutsen.
Vier en twintig servetten.
Een zijde schorteldoek.
Twaalf sloopen.
Twee chitse lindere dekens.
Ses lakens.
Twaalf witte croplappen.
Tien vrouwe hemden.
Twaalf bonte dito.
Tien Sakneusdoeken.
Drie schoorsteenkleden.
Twaalf nagtdoeken.
Vier dagelijkse boesels.
Tien schorteldoeken.
Sestien huyven.
Sestien neteldoekse neusdoeke.
Een gouden ketting.
Twee jakken.met twee strengen.
Twee keuvels.
Een silvere beugel.
Een bed met sijn toebehoren.
Een silvere twijg. Een goud oorijser.
Drie boeken met silver.
Drie goude haarnaalden.
Een gordijn. Ses paarlspelden.
Drie rijglijven.
Een bloed coraalde ketting.
Een fulpe kaper.
Vier goude ringen.
Vier goude hake 
Gezin: Cornelis Adriaensz Vennik / Cornelia Willemsdr Amze (F1513873250)
 
8937 Tenminste nog één levende persoon is verbonden aan deze aantekening - detailgegevens worden niet weergegeven. Levend (I74198)
 
8938 Vraag: Is dit een zoon van Adriaen Aelewijnsz van der Made?
De dochters van Gerrit trouwen met patricierszonen. Gevoelsmatig zou Gerrit Ariensz ook van goede familie moeten zijn. 
van der Made, Gerrit Ariensz (I47133)
 
8939 vroedvrouw Krijgsman, Georgina Gerardina (I42182)
 
8940 vroedvrouw, spekverkoopster, halfzus van Geertruijd Vrijhof. Bij haar verhuizing naar Monster ( ca 1784)werd haar naam ook Vrijhof(Freijhof)

Kind: "in onecht". 
de Vaal, Hendrikje Danielsdr (I70380)
 
8941 Vrouwe Van Buren En St. Maartensdijk van Culemborg, Aleida (I17091)
 
8942 Vrouwe Van Haamstede Weijtsen, Jacomina (I81491)
 
8943 Vrouwe Van Haarlem Gezin: Nicolaas I Persijn van Putten / Maria van Velzen (F1513873868)
 
8944 vrouwe van Heyst Schets Van Grobbendonck, Barbara Casparsdr (I61389)
 
8945 vrouwe van Oosterwijk

http://www.maarelweb.nl/stamboom/getperson.php?personID=I1070216253&tree=maarel 
de Cuser, Ida Coenraadsdr (I17141)
 
8946 Vrouwe Van Renkum van Hamalant, Adela (I30454)
 
8947 Vrouwe van Sanderling Grijp van Valkesteijn, Margaretha (I29319)
 
8948 Vrouwe Van Schroot-Ambacht van Beveren, Sulta (I8857)
 
8949 vrouwe van Sloten en Osdorp van Sloten en Osdorp, Clementia Gerrit Boelensdr (I62968)
 
8950 Vrouwe Van Starrenburg Gezin: Arend IV van Wassenaer / Elburge van Voorschoten (F1513875584)
 

      «Vorige «1 ... 175 176 177 178 179 180 181 182 183 ... 259» Volgende»