Stamboom Vennik

Print Voeg bladwijzer toe
Ridder Jan I van der Dussen

Ridder Jan I van der Dussen

Mannelijk ca. 1250 - ca. 1292  (~ 42 jaar)

Persoonlijke informatie    |    Aantekeningen    |    Alles    |    PDF

  • Naam Jan I van der Dussen 
    Titel Ridder 
    Geboorte ca. 1250 
    Geslacht Mannelijk 
    Overlijden ca. 1292 
    Persoon-ID I21728  Stamboom Vennik
    Laatst gewijzigd op 4 jan 2016 

    Vader Libert van der Dussen,   geb. ca. 1210   ovl. na 1250 (Leeftijd ~ 41 jaar) 
    Gezins-ID F1513874978  Gezinsblad  |  Familiekaart

    Gezin Elisabeth van Polanen,   geb. ca. 1255 
    Huwelijk ca. 1270 
    Type: civil 
    Kinderen 
     1. Arent I van der Dussen
     2. Ridder Jan II van der Dussen,   geb. ca. 1270, Heusden Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatieovl. ca. 1326 (Leeftijd ~ 56 jaar)
     3. Mechteld van der Dussen,   geb. ca. 1285
    Gezins-ID F1513874977  Gezinsblad  |  Familiekaart
    Laatst gewijzigd op 20 apr 2024 

  • Aantekeningen 
    • Heer van Dussen (waarschijnlijk een combinatie met de ambachtsheerlijkheden Heeraartswaarde, Sandhazen en Hagoort. Ridder voor Hertog Jan I van Brabant. Op 5 juni 1288 brak hij zijn been in de Slag bij Woeringen aan de Rijn tegen het Duits keizerlijke leger onder de Prins Aardsbisschop van Keulen en de Graven van Gelre en Luxemburg.Er zouden zo'n 20.000 strijders aan beide zijden hebben gevochten. Dit was de laatste van de grote middeleeuwse gevechten, die werd uitgevochten dooreen groot aantal duelerende ridders. Bij Woeringen doodde hij vijf vijandelijke Graven. Georganiseerde boeren en inwoners van Keulen die van hun heerser afwilden, gaven de doorslag in de strijd. Zij waren niet geinteresserd in ridderhoffelijkheid, en schroomden een collectieve aanval op een alleenvechtende ridder ni) gewond in de slag bij Woeringen 5.6.1288

      1288 In de Slag bij Woeringen vecht Jan I van der Dussen met 1500 andere ridders mee aan de zijde van Hertog Jan I van Brabant en breekt tijdens de gevechten zijn been. Kroniekschrijver Jan van Heelu legt het onfortuin als volgt vast:


      “Van dien dat hen daer es gesciet
      En mochtmense nu volprisen niet.
      Daer leet groot ongemac
      Her Jan van Dunse, die daer brac
      Sijn been met ongevalle.”