Aantekeningen |
- Van hem is een acte bekend uit de leenactenboeken der grafelijkheid van Holland in het Algemeen Rijksarchief:
Den 25sten April 1509 werd 'Jordin van Foreest Jordins zoene' beleend na de dood van zijn moeder 'Alyt Jan Jan Symons zoens dochter', met een huis c.a. op den Langendijk in Zuidscharwoude (Holl. Leenkamer no 123, Kennemerland, fol. 6v). Dat deze Jordan van Foreest eerst in 1496 zou zijn geboren, zoals Nederland’s Adelsboek 1913 wil, is niet bijzonder waarschlijk en dit te minder, daar de redactie in 1908 het jaar 1494 als zijn geboortejaar opgaf en dus ook in dit opzichte niet goed gedocumenteerd schijnt te zijn. Wat echter het meeste opvalt, is dat Jorden’s moeder blijkens deze acte Aleid Jan Jan Simons zoons dochter was genaamd.
In de vroegere beleningen met dit goed te Zuidscharwoude komt voor, dat Jorden’s moeder als 'Alyt Jan Jan Symons zoons dochter1, op 11 mei 1508 met dit leen werd beleend na de dood van haar zuster 'Gheryt Jan Jan Symons oudste dochter' (Holl. Leenkamer no 123, Kennemerland, fol. 2), en verder, dat 'Geryt Jan Jan Simonszs oudste dochter' op 10 november 1496 werd beleend na de dood van haar moeder 'Alyt Willem Jacobs zs dochter' met voorwaarde 'dat nae doode van voirs. Gheryt Jan dit voirs. leengoet comen ende erven zal deene helft up Alyt hoir jonger suster of up hoiren rechten erfgenamen, ende dander helft up Geertruyt hair joucxste zuster of op haren rechten erfgenamen"(Holl. Leenkamer no 121, Friesland, fol 17).
Hij is begraven bij de Minderbroeders te Alkmaar. Uit het huwelijk met Margaretha Nanningsdr Beijers zijn 17 kinderen geboren.
Alkmaarse regesten:
157. 1536, april 8 (1535, stilo curie). Het Hof van Holland, vonnis wijzende in een geschil tussen de prelaat van Egmont, Pieter Claesz. Palinck, Jordaen van Foreest, Andries Willemsz., Jacop van Bloemen, Heer Willem Ossman, pastoor te Heylo, de gedeputeerden van Wimmenum en schepenen van Heylo, impetranten van mandement penaal contra IJsbrant Jan Heynenzoon, Jacob Jansz., Nan Hillebrantsz., Allert Rommertsz. en Jacob Compostel, met de gravin van Egmont, verweerders inzake de bouw van twee molens buiten Alcmaer met het doel de Egmonderen Bergermeer droog te malen, waardoor de impetranten zeer zouden worden geschaad, verklaart de eis tot stopzetting der bemaling en tot afbraak der molens niet ontvankelijk. Afschrift, alsook van de verdere stukken betreffende deze kwestie, zie Inv. nr. 38, fol. 54v.e.v.
158. 1536, november 10. Karel, rooms keizer, verklaart het beroep van de prelaat van Egmondt, Pieter Claesz. Palinck, Jordaen van Foreest, Andries Willemsz., Jacob van Bloemen, Heer Willem Ossman, pastoor te Heylo, de gedeputeerden van Wimmenum en de schepenen van Heylo c.s. op de Grote Raad tegen het vonnis van het Hof van Holland van 8 april 1536 (regest nr. 157) niet ontvankelijk. Inv. nr. 38, fol. 57v.
Regionaal Archief Alkmaar:
Akte van benoeming door Reinoud van Brederode, als houtvester van Holland, van Jorden van Foreest, als baljuw van Bergen, tot zijn gemachtigde voor Alkmaar en omstreken, 1533. 1 stuk
Akte waarbij de pachters van de Berger duinen beloven aan Jorden van Foreest, baljuw van Bergen, jaarlijks twee konijnen te zullen leveren als "heerlicke schulde". 1539. 1 stuk
Akte van decharge van Maria van Duivenvorde voor Jorden van Foreest die als haar rentmeester is opgetreden, 1545.
Testament van Jorden van Foreest, 1556. 1 stuk
Aantekenboek van pachten en andere inkomsten aangelegd door Jorden van Foreest en voortgezet door diens zoon Dirk, mede voor zijn broeders en zusters, 1542-1585. 1 deel
N.B. Hierin tevens belangrijke genealogische aantekeningen.
Akte van overdracht aan Gerrit Cornelisz van een huis met erf aan het eind van de Kwakelbrug binnen de vrijheid van Alkmaar door Jacob Jansz, 1522. 1 charter
N.B. Met het zegel van Jorden van Foreest als schepen van Alkmaar.
|