Aantekeningen |
- HODENPIJL (Adriaan), ridder, stalmeester en kapitein van de compagnie voetknechten van zijne excellentie prins Frederik Hendrik van Nassau, redde in 1605 diens leven bij het huis te Broek, stierf den 27 September 1610 en werd in het koor van de nieuwe kerk te Delft begraven.
Zie Leven van Fredrik Hendrik, D. I. bl. 19; Bosscha, Heldend. te Land, D. I. bl. 409; Wagenaar, Vad. Hist., D. IX. bl. 193; Navorscher, D. II. bl. 285.
----------------------------------------------------------------------------------
"Mededelingen van het Nederlands Historisch Instituut te Rome 1921" www.historici.nl/retroboeken/knir/30/118
Adrianus HOGENPIJL Batavus. 14-4-1600.
Ondanks de derde letter van de familienaam die zowel in de matrikel als in het Album Amicorum (vriendenboekje) van Thomas SEGETUS (Vat. lat. 9385) duidelijk te lezen is, kan het niet aan twijfel onderhevig zijn, dat hij uit de familie van HODENPIJL uit SCHIEDAM stamt en identiek is met Adriaen zoon van Cornelis en Aeltje Dirksdr. VERBURGH (Roelants Gulden Boek van Schiedam 91). Hij werd stalmeester en kapitein van een compagnie voetknechten in het regiment van prins HENDRIK ( = de latere stadhouder FREDERIK HENDRIK), onderscheidde zich 1605 bij MUHLHEIM en f ongehuwd (?) 27-9-1610, begraven Nieuwe Kerk te DELFT (Roelants a.w. 277). Zijn moeder behoorde tot de familie van nr. 202, die echter geen volle neef was. (Petrus van der BURCH, Schiedamensis. 19-9-1587)
De inschrijving in het Album Amicorum vond plaats 8-6-1600 te VENETIE.
|