Stamboom Vennik

Print Voeg bladwijzer toe
Johannes Andreas Koenerding

Johannes Andreas Koenerding

Mannelijk ca. 1590 - 1657  (~ 67 jaar)

Persoonlijke informatie    |    Aantekeningen    |    Gebeurteniskaart    |    Alles    |    PDF

  • Naam Johannes Andreas Koenerding 
    Geboorte ca. 1590 
    Geslacht Mannelijk 
    Overlijden 14 jun 1657  Zwammerdam Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie 
    Begraven Zwammerdam Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie 
    Persoon-ID I40900  Stamboom Vennik
    Laatst gewijzigd op 17 okt 2012 

    Vader J.A.J. Koenerding 
    Gezins-ID F1513870990  Gezinsblad  |  Familiekaart

    Gezin Haasje van Loon,   geb. ca. 1589   ovl. 1 jul 1661, Zwammerdam Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie (Leeftijd ~ 72 jaar) 
    Huwelijk 1624 
    Type: civil 
    Kinderen 
     1. Annetie Jansdr Koenerding,   geb. ca. 1624
     2. Steven Jansz Koenerding,   geb. ca. 1628, Gronau, Duitsland Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatieovl. 2 jun 1681, Amsterdam Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie (Leeftijd ~ 53 jaar)
     3. Georgius Jansz Koenerding,   geb. ca. 1629   ovl. 1657, Gouda Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie (Leeftijd ~ 28 jaar)
     4. Johannes Jansz Koenerding,   geb. 1632, Gronau, Duitsland Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatieovl. 1705 (Leeftijd 73 jaar)
    Gezins-ID F1513870989  Gezinsblad  |  Familiekaart
    Laatst gewijzigd op 20 apr 2024 

  • Gebeurteniskaart
    Link naar Google MapsOverlijden - 14 jun 1657 - Zwammerdam Link naar Google Earth
    Link naar Google MapsBegraven - - Zwammerdam Link naar Google Earth
     = Link naar Google Earth 
    Pin Legenda  : Adres       : Locatie       : Stad/Dorp       : Gemeente/Graafschap       : Staat/Provincie       : Land       : Nog niet ingesteld

  • Aantekeningen 
    • http://www.juulonline.nl/stamboom/koenerding.jpg


      Koenerding (Johannes Andreas), ook Konerding en Cuenerdingius genoemd, is volgens Molhuysen en Blok vermoedelijk voor 1590 geboren; indien dit juist is, moet hij op later leeftijd zijn studie begonnen hebben, daar hij in 1619 nog student en alumnus in het Staten-college was. In laatstgenoemd jaar werd hij met vier anderen uit dat college verwijderd om zijn Remonstrantsche gevoelens, waarna hij zich te Waalwijk voor den dienst in de Remonstrantsche gemeenten aanbood. Voorloopig was hier echter geen werkkring voor hem weggelegd, doch in 1622 vond hij dien als predikant te Gronau, in het gebied van graaf Willem Hendrik van Steinfurt gelegen. Koenerding was namelijk een leerling van Vorstius, die door den Graaf hoog geacht werd en vroeger te Steinfurt predikant en hoogleeraar was geweest. Toen Vorstius dan ook in hetzelfde jaar 1622 uit de Nederlanden week en vergunning vroeg, om in Holstein te mogen wonen, bood de Graaf hem dadelijk aan, in Steinfurt terug te komen, waartoe hij Koenerding ‘nevens een Edelman met een kales afsondt, om hem te haelen, met meening hem ... weer op stoel te brengen’. Toch gaf Vorstius de voorkeur aan Holstein, omdat zijn vrouw ‘een afschrik hadt van Steinfurt, daer sij een suster hadt, soo eensijdig en bitter, ontrent de verschillen, dat het niet mogelijk was in vrede met haer te leven’. Ook Koenerding schijnt niet onverdeeld met Steinfurt ingenomen geweest te zijn, zoowel om de onrust, die toen tijdens den 30-jarigen oorlog in Duitschland heerschte, als om zijn ambtgenooten, die het hem lastig maakten, en blijkbaar gaf hij de voorkeur aan een standplaats in de Nederlanden, daar hij op 16 October 1631 met anderen genoemd wordt, om door Directeuren der Remonstrantsche broederschap als leeraar in een der gemeenten te worden aangenomen. In 1634 werd hij zelfs te Steinfurt om zijn gevoelens uit den dienst ontzet, ging naar het Vaderland terug en toen Walig Maertensz, predikant te Zwammerdam, in 1635 naar Zoetermeer beroepen was, kwam Koenerding in diens plaats. Hij diende deze gemeente tot zijn overlijden op en werd op het kerkhof begraven, daar hij niet in de kerk wilde rusten, waaruit de Calvinisten hem verbannen hadden. Een grafschrift (zie Tideman, Naamlijst, blz. 145), dat op de zerk, die zijn graf dekte, was uitgehouwen en vervaardigd was door G. Brandt, gaf om den lof, hem daarin toegekend, ergernis en is verwijderd. In een bundeltje Landt-levens-lof van zijn zoon Johannes, komt nog een ander grafschrift op hem voor, gemaakt door F. Snellinx, alsmede een gedicht, te zijner eer vervaardigd door J. Geesteranus.

      Koenerding was gehuwd en waarschijnlijk heette zijn vrouw Haasje, omdat twee zijner kleindochters ook dien naam droegen. Zij schonk hem drie zoons, namelijk: Steven, die de overgrootvader was van Adriaan Koenerding, Remonstrantsch predikant van 1748-1804 en in 1820 op 98-jarigen leeftijd overleden; den reeds genoemden Johannes en Georgius. De laatste is in 1650 als proponent te Kampen om zijn prediking eenige maanden gevangen gehouden (zie verschillende brieven van zijn hand, alsmede een request, door zijn vader ingediend, afgedrukt in Vad. Letteroef., I, 279-313) en was later van 1652 tot zijn overlijden in 1657 predikant te Gouda.

      Volgens Frederiks en V.d. Branden gaf J.A. Koenerding bijdragen in dichterlijke bloemlezingen der 17e eeuw, met zijn voorletters geteekend. Ook is er nog een schrijven van zijn hand, in 1628 uit Gronau aan Episcopius gericht, handelend o.a. over de handschriften van Vorstius, terwijl een eigenhandige brief van Vorstius aan Koenerding (1619) zich in de bibliotheek van de Maatsch. d. Ned. Letterkunde te Leiden bevindt. Brandt noemt Koenerding als zijn zegsman voor het verhaal omtrent Vorstius' omzwerving in Duitschland.