Stamboom Vennik

Print Voeg bladwijzer toe
Cornelis Claesz van der Speck (Verspecke)

Cornelis Claesz van der Speck (Verspecke)

Mannelijk ca. 1505 - ca. 1582  (~ 77 jaar)

Persoonlijke informatie    |    Aantekeningen    |    Alles    |    PDF

  • Naam Cornelis Claesz van der Speck (Verspecke) 
    Geboorte ca. 1505 
    Geslacht Mannelijk 
    Overlijden ca. 1582 
    Persoon-ID I64441  Stamboom Vennik
    Laatst gewijzigd op 10 okt 2012 

    Vader Claes Willemsz van der Speck (Verspecke),   geb. ca. 1475, Rijswijk Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatieovl. 1544, Rijswijk Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie (Leeftijd ~ 69 jaar) 
    Moeder Neeltje,   geb. ca. 1480   ovl. ca. 1515 (Leeftijd ~ 35 jaar) 
    Gezins-ID F1513878205  Gezinsblad  |  Familiekaart

  • Aantekeningen 
    • Geboren voor 1505, overleden na 1582, in dat jaar treedt hij op als schuldeiser van 18 gulden uit de boedel van Jacob Janszn van der Speck, de zoon van zijn broer Jan. Reeds in 1544 komt hij in het kohier van de 10-de penning voor, evenals in de drie opvolgende kohiers. Hij is pachter van 18 morgen land met een woonhuis plus nog 4 morgen. Vanaf 1558 pacht hij ook een boomgaard. In 1563 heeft hij een vordering op zijn schoonzuster Trijn, de weduwe van zijn broer Jan. In 1570 is hij borg voor zijn zoon Pieter, die dan de "Oostblok-tienden" koopt. Eerder was hij dat, in 1562, voor zijn broer Ouwe Pouwels Claeszn, in dat zelfde jaar treedt hijzelf ook als koper van tienden op. Ook is hij enkele malen gezworene van het ambacht geweest ?(1560)?. Hij wordt in 1573 de oude vader van de broers Pieter Cornelisz en Cornelisz genoemd in het Kohier Weekgeld Rijswijk juni 1573. ?[zie tekst Kohier]?

      In 1582 treedt hij op als schuldeiser van 18 gulden uit de boedel van Jacob Janszn van der Speck, de zoon van zijn broer Jan. Reeds in 1544 komt hij in het kohier van de 10-de penning voor, evenals in de drie opvolgende kohiers. Hij is pachter van 18 morgen land met een woonhuis plus nog 4 morgen. Vanaf 1558 pacht hij ook een boomgaard.
      In 1563 heeft hij een vordering op zijn schoonzuster Trijn, de weduwe van zijn broer Jan. In 1570 is hij borg voor zijn zoon Pieter, die dan de "Oostblok-tienden" koopt. Eerder was hij dat, in 1562, voor zijn broer Ouwe Pouwels Claeszn, in dat zelfde jaar treedt hijzelf ook als koper van tienden op. Ook is hij enkele malen gezworene van het ambacht geweest (1560).