Aantekeningen |
- http://www.genealogieonline.nl/kwartierstaat-vermaat/I5494.php
6-12-1230 : Floris van der Woert wordt door heer Henric van Voorne diens consanguineus genoemd, zijn dochter mag erven en bij gebreke zijn broer Hardbaren en al diens zonen
De riddersloten Hoge en Lage Woerd zijn twee kastelen die op korte afstand van elkaar gelegen waren binnen de heerlijkheid Naaldwijk in Delfland. Flores was heer van der Woerd, zowel van de Lage als van de Hoge Woerd en is waarschijnlijk de "bouwheer" en eerste bewoner geweest van beide kastelen. Samen met zijn vrouw N. of Hadewig van Nadelwick, een dochter van Unarch en weduwe van Dirk I Van Voorde 1130-1168 en haar vijf kinderen Van Voorde? en later ook met de drie zoons Van der Woert. De realisering zal, vanuit strategische belangen, zeker zijn bevorderd door de graven van Holland. Beide kastelen waren uit zware, zogenaamde kloostermoppen gebouwd. Zij moeten zeer sterke en hoge torens hebben gehad en omgeven zijn geweest door brede en diepe grachten, die waarschijnlijk met elkaar in verbinding stonden. De twee kastelen lagen op ca. 600 meter van elkaar op de Noordinge ten noorden van Naaldwijk en zullen rond of kort na 1150 zijn gebouwd. De laan van de Hoge Woerd kwam uit op de weg tussen Honsholre
Beide kastelen zijn jammergenoeg in juni 1393, na de moord op Aleyd van Poelgeest, door brand verwoest in opdracht van hertog Albrecht van Beieren, graaf van Holland, enz. Ze werden beschouwd als broeinesten van de Hoeken. Van de Lage Woerd is na de verwoesting slechts een vierkante toren blijven staan, in de volksmond de duiventoren genoemd. Hiervan bestaat een tekening die in 1735 is gemaakt door Cornelis Pronk. Dit enige overblijfsel van de eens twee machtige en sterke ridderkastelen, is in 1820 afgebroken... Van de Hoge Woerd ontbreekt elke afbeelding en er zijn, voordat het terrein bebouwd is, ook geen sporen in de bodem aangetroffen. De bouw van beide kastelen is een enorme en respectabele "klus" geweest. Zeker voor die tijd. De kloostermoppen moeten in grote aantallen, waarschijnlijk per schip en met paard en wagen, van elders zijn aangevoerd. Vele jaren lang zijn er heel wat ambachtslieden nodig geweest voor de bouw. Bovendien moet men uitgesproken ideeen hebben gehad over de vorm, de construc
Floris was niet alleen ridder of milites en kastelenbouwer, maar ook delflaar. Het bekende "darinc" delven of vervenen, waarbij veenlagen werden vergraven of gebaggerd en tot turf verwerkt. Delfland en de stad Delft hebben hun naamgeving te danken aan deze "industrie". In die tijd, lang daarvoor en nog lang daarna tot in de 19e eeuw, is turf de grootste energiebron geweest in de lage landen aan de Noordzee. De Romeinse schrijver Tacitus heeft dit reeds vermeld. De turfproduktie zal Flores, zijn voorouders en zijn nazaten de nodige financien hebben opgeleverd. Middelen om hun kastelen en stenen huizen te bouwen en te onderhouden en om hun riddermatige levenswijze mogelijk te maken en in stand te houden.
|