Aantekeningen |
- Hij is een bastaard van zijn vader bij een onbekende moeder. Vermeld in 1291. Hij was de stamvader van het geslacht Adrichem.
Abdij van Egmond; toegangsnummer: 356; 4. Regestenlijst:
1121290 januari 14 (in octavis Epiphanie)
Theodericus, priester in Akersloot, verklaart met goedvinden van zijn broeder Bertholomeus en zijn zusters te schenken en te legateren aan God, S. Adalbertus en het convent in Hecmunda een stuk land in Akersloot, geheten "de aght gherden", 7 weide n aldaar (gekocht van Florentius van Scoten, broeder van heer Theodericus de Brederode, ridder), 6 maden in Uytersloot, een erf in Heemskerc, 5 jukken land in Haimout (gekocht van zijn bloedverwant Theodericus van Wiic), verder 2 akkers in Wiic na den dood van zijn zusters, die deze thans bezitten onder voorbehoud van de rechten, die zijn broeder hierop zal hebben; met bepaling, dat de inkomsten van de goederen tijdens zijn leven aan hem afgedragen zullen worden, dat na zijn dood de inkomsten aan zijn beide zusters en aan zijn nicht en neef gedurende hun leven zullen komen, en met verdere regelingen omtrent de uitkeringen aan het altaar, waar dagelijks een mis voor het heil van de ziel van hem, zijn broeder Arnoldus en zijn weldoeners en dievan het klooster
a. Afschrift (Inv.no. 1, fol, 40).
b. Afschrift (Inv.no. 3, fol, 50).
1711311 Mei 23 (des anders daghes nae Pinxterdach)
Gheriit van Heemskerck, ridder, Wouter van Egmond, FIorens van Aderkem en Wouter die Vriese oorkonden, dat Machteld, dochter van Dirc van Rollant, bijgestaan door haar momber Symon van Teylinghe voorden abt ten behoeve van deze afstand gedaan hee ft van de rottienden, en dat de abt haar met deze tienden opnieuw be]eend heeft op de voorwaarden, die in haar brief vermeld zijn.
Afschrift (Inv.no. 1, fol, 12).
|