Aantekeningen |
- Gijsbert Hendriksen, die de naamgever van ons geslacht geworden is, was sinds1687 pachtboer op een grote boerderij in Lakemond, genaamd “Wylickshof” of “Willekeshof”. De naam “Wylickshof” is ontleend aan het adellijke geslacht VanWylick.
Onze landelijke vereniging N.G.V. bracht middels Gens Nostra in november/december 1996 een jubileumnummer uit met als thema: “Favoriete voorouders”. In verband hiermee en in aansluiting hierop werd in 1997 een artikel van mij opgenomen in Gens Nostra1) met als titel: “Gijsbert Hendriksen, pachtboer: twee boerderijen achterhaald”.
Nu zullen wat meer bijzonderheden over hemzelf, de pachtboerderij in Lakemond en zijn band met “De Westeringh” in Indoornik gegeven worden.
De pachtboerderij te Lakemond
In 1687 verhuisde Gijsbert Hemdriksen met zijn gezin van Elst naar Lakemond om pachter van een boerderij te worden. Dat hij die boerderij pachtte, blijkt uit devolgende omschrijvingen: (1691). “haer bouhoff onder Laeckenmondt geleghen, 11 soo tegenswoordigh bij Gijsbert Henricksen gebruijckt wordt” 4), en (1698).
“Vrouwe van Welderen, Gijsbart Hendericxen, pachter en gebruyker des goets” 5). Vrouwe van Welderen = Heilwigh van Lijnden, dochter van Dirk van Lijnden, Heer van Hemmen en ambtman van Over-Betuwe, gehuwd met Jan van Welderen, Burggraaf van het Rijk van Nijmegen en richter van de stad Nijmegen.
Het was een grote boerderij (1650, 1651): “De Heer van Hemmen, Amptman, de bouwingh, soo binnen als buijtendijcks groot 73 mergen” 6). 1 morgen = ongeveer0,86 ha, dus zo’n 63 ha groot.
Latere omschrijvingen luiden: (1761). “eene bouwinghe, bestaande het huijs, bakhuijs & twee schueren, twee bergen, hoff en boomgaard mitsgaders wey en bouwland en te samen & int geheel groot drie en seventig mergen & vijf hondt alles
tot Lakemond bij & aan malkanderen gelegen” 7) en (1791). “50 marge vijf hondt bij de bouwing Wilkeshof, 18 marge weylandt en boomgarde bij de bouwing Wilkeshof, 5 marge weerde behoorende bij de bouwing, 1 marge 4 hondt weerdt en de doorbraak van den dijk” 8). 6 hond = 1 morgen. De dijk was in 1770 vlakbij de boerderij doorgebroken “des Saturdags avonds ten elf uuren, op den eersten van Wintermaand. De juiste plaats der Doorbraake was tusschen Lakemond en
Opheusden op het Overbetuwsche Territoir; omtrent 200 Roeden boven de Paal, die de Overbetuwe scheidt van de Nederbetuwe” 9). 1 roede = ongeveer 3,8 meter.
Behalve deze pachtboerderij van 73 morgen had hij ook nog eigen land, geerfd en gekocht, zoals land in “de Westeringh” in het vlakbij gelegen Indoornik. In die tijd had hij een groot bedrijf. Hij werd dan ook gerekend tot de “grote” boeren, toen genoemd “hele boeren”. Een “heel” bedrijf omvatte 40 of meer morgen. Om zijn bouwing ( = boerenbedrijf) dat voor een aanzienlijk deel uit bouwland bestond, te kunnen bewerken, had hij veel trekkracht nodig. Zo had hij in 1697 voor al dat werk
8 paarden van 2 jaar en ouder en nog 4 jaarlingen10).
Op de boerderij was ooit (omstreeks 1620) een aarden kruik met 541 gouden en 37 zilveren munten begraven. Gijsbert Hendriksen heeft dat ongetwijfeld niet geweten.
Ook de vorige pachter: Sander Vermeer is daarvan kennelijk niet op de hoogte geweest, want anders zou hij in 1686 niet failliet gegaan zijn. Pas na ruim 350 jaar kwam de verborgen kruik, maar nu als muntschat, in 1987 te voorschijn11).
De Westeringh
Zoals gezegd, kocht hij enige landerijen in “De Westeringh”, gelegen in het uiterste westen van Indoornik, vlakbij de dwarsdijk en de grens met Opheusden oftewel de Nederbetuwe. Over het waarom kunnen we alleen maar gissen. Was het om daar later zelf eigen boer te gaan worden, nadat hij er nog meer bijgekocht zou hebben en dan de pachtboerderij over te laten aan een van zijn kinderen? Of misschien om een van zijn kinderen daar als boer te laten beginnen?
Feit is dat, wat ook het doel was, er van die plannen niets terecht gekomen is, omdat hij tengevolge van een beroerte op ongeveer 50-jarige leeftijd overleed. Hij heeft er nooit gewoond. Toch moet zijn band met “De Westeringh” zo groot geweest zijn, dat hij zich in zijn testament (1698) Gijsbert van Westeringh noemt2). Het is de enige keer dat hij onder die naam bekend is; tot dan toe staat hij altijd als Gijsbert Hendriksen te boek. Zijn schoonzoon Peter Rijcken werd zijn opvolger als pachter
van de “bouwinge genaempt Wilixhof” 12.
|