Aantekeningen |
- SAD, ora Langerak 7, fol. 56. 5-6-1603: Rechtdag extraordinaris gehouden op kosten, tussen partijen IJchgen Ariaens weduwe van Henrick Dirricx Mors, eiseresse ter eenre en Cornelis Henricx Uul en Philips Bastiaens als man en voogd van zijn huisvrouw Dirrickgen Henricx, mitsgaders Jan Engberts als huisvrouw gehad hebbende Jonge Maritgen Henricx, moeder van Aelt Aerts Gedaagden.21
Jan Lenaerts treedt op als voogd van IJchgen Ariaens zijn tante en wordt geassisteerd door Dirck Daniels. De gedaagden worden vertegenwoordigd door Cornelis Coevoet. Coevoet wijst de eis om binnen 24 uur tot boedelscheiding te komen af. Hij eist een schriftelijke inventaris van de boedel en uitbetaling van het 'moeders goed' van de kinderen. Het gerecht bepaalt dat de eiseres de verzochte inventaris zal leveren binnen den derden dag.
SAD, ora Langerak 7, fol. 57v. 7-6-1603: Rechtdag extraordinaris. IJchgen Adriaens, nagelaten weduwe van Henrick Dirricxs zaliger, contra Cornelis Henricxs Uul, Philips Bastiaens, als man ende voecht van Dirrickgen Henricx zijn huijsvrou, ende Jan Eijngberts, als te huijsvrou gehadt hebbende t'jonge Maritgen Henricx za., moeder van Aelt Aerts Schepenen de partijen gehoord hebbende, verklaren de eiseres tot de verzochte loting van de landen in kwestie, haar met de gedaagden competerende gefundeerd. 'Ordonneren partijen overzulcx voor morgen avond binnen zonneschijn mit den anderen int vruntlick te loten te weten tussen de weduwe ende erfgenamen elk half ende half ten ware bij hylicx voirwaerden tussen Henrick Dirricx zaliger ende zijn huisvrouw anders geconditioneerd ware'.
SAD, ora Langerak 7, fol. 59v. 29-11-1603: Cornelis Henricxs Uul voor hem zelven en Philips Sebastiaens als man en voogd van Dirrickgen Henricx zijn huijsvrouw, als erfgenamen van Henrick Dirricxs hun vader, eisers contra IJchgen Ariaens weduwe ende boedelhoudster van wijlen Henrick Dirricxs, haar man, gedaagde. De eisers verwijzen naar de sententie van 17 juni en verlangen ieder 75 carolus gulden, wegens onverrekende huur van de zeven morgen land, de vruchten van het land en 30 ofte 40.000 'houpen'. 'Blijvende dies onverminderd den berg nog gemeen ende ongedeeld'.
f60v 13-12-1603
Cornelis Henricxsz Wl contra die weduwe ende boedelhouster van Henrick Dirricxsz.
f61, 62 10-1, 24-1-1604
Dirrick Danielsz ende Jan Lenaertsz als voechden van de naergelaten weduwe van Henrick Dirricsxsz Mors contra Cornelis Henricxsz Wl.
SAD, ora Langerak 7, fol. 64. 7-2-1604: Compareerde op huiden ter vierschaer Jan Sebastiaens, out ontrent vijftig jaren, gedaagd ten verzoeke van Philips Bastiaens om te getuigen. Hij verklaart, dat hij een maand geleden ten huize van Cornelis Henricx Uul in Langerak is geweest, in het gezelschap van de requirant, van IJchgen de weduwe van Henrick Dirricx Mors, van Thonis Willems Smit en van anderen. Toen zou IJchgen verklaard hebben dat Lenaert Thonis van haar twee hont land in pacht had en dat hij nooit enige pacht betaald had.
Langerak RA.7 7-2-1604 f64
Ter instantie van Philips Bastiaensz tuijchde Jan Bastiaensz out ontrent 50 jaren, dat hij ontrent een maent geleden op een sondach ten huijse van Cornelis Henricxsz Uul alhier in Langeraeck is geweest vergeselschapt met Philips Bastiaensz, IJchgen de weduwe van Henrick Dirricxsz Mors, Thonis Willemsz Smit ende meer andere ende dat alsdoen Philips Bastiaensz de voorn. weduwe van Henrick Dirricxsz vraechde off Lenaert Thonisz van haer eenich lant in gebruijck hadde.
T Oskam: "Te oordelen (misschien iets voorbarig) naar alle processen en de strijd die de kinderen voeren tegen deze weduwe van hun vader, heerste er een vijandige sfeer tussen de erfgenamen en de weduwe. Ik kan alleen maar vermoeden dat de vraag te maken heeft met een zekere controle op eventuele pacht inkomsten. En als Lenaert Thonisz. de vader was van Thonis en Wouter Lenaertsz. dan kan het geven van land “in bruijck” aan hem betekenen, dat IJchgen probeerde om het gesloten front van verzet tegen haar te breken. De kinderen beginnen te procederen, omdat zij nog niet volledig hun moederlijk erfdeel gekregen hebben. Op een bepaald moment komen alle nog levende kinderen persoonlijk voor het gerecht. Dus niet de echtgenotes, maar ook de dochters zelf."
"Het zou mogelijk zijn, dat het huwelijk tussen Hendrik Dirksz. en IJchgen Adriaans kort (een a twee jaar) voor het overlijden van Hendrik Dirksz. plaats vond. In 1600 en 1601 worden er strafprocessen gevoerd tegen een IJchgen Adriaans. Zij had de dienstbode van haar zwager met een stoel in elkaar geslagen! Die dienstbode was Hendrikje Corsdr., de oudere halfzuster van Bastiaen Corsz. IJchgen was toen getrouwd met een Jan Hendriksz. Prediker. Ik durf niet met stelligheid te beweren dat deze vrouw identiek is aan de tweede vrouw van onze voorvader Hendrik Dircksz Mors, maar in zo’n relatief kleine gemeenschap zou het wel bijzonder zijn als die
naam bij twee personen voorkomt. Meestal gebruikte men in zo’n geval een dubbel patroniem, om verwarring te voorkomen."
|